Schuif de insteekpijp (8) met de schaalverdeling 41-75 hPa (41-75 mbar) met lichte draai-
ing in de vast geïnstalleerde insteekpijp (7).
Schuif dan de insteekpijp (9) met de schaalverdeling 81-115 hPa (81-115 mbar) met lichte
draaiing in de insteekpijp (8).
Schuif thans de insteekpijp (10) met de schaalverdeling 121-155 hPa (121-155 mbar) met
lichte draaiing in de insteekpijp (9).
Open de sperventielen van de Aansluitingen B, C en D.
Breng het systeem door pompen met de blaasbalg (12) op de proefdruk van 150 hPa (150
mbar)
Sluit het sperventiel van Aansluiting C, omdat anders de druk kan vallen.
Wacht gedurende 10-60 minuten (afhankelijk van het leidingvolume) op de temperatuuraan-
passing, om de ingebrachte lucht de gelegenheid te geven zich te verwarmen of af te koe-
len.
Bij sterke temperatuur- of luchtdrukveranderingen volstaan 10-60 minuten niet!
Afhankelijk van de temperatuur- of drukveranderingen kan de aanpassingstijd tot
twee uren duren!
Voer de test uit over een proeftijd van 10-30 minuten (afhankelijk van het leidingvolume).
Gedurende die tijd mag de aangeduide druk niet vallen.
Dichtheidsproef: Aanpassingstijden en proefduur afhankelijk van het leidingvolume
Leidingvolume*
< 100 l
≥ 100 l < 200l
≥ 200l
* Richtwaarden
5.3
Instelling van de sproeierinlaatdruk aan atmosferische en aangeblazen branders
met waterzuil tot 30 hPa (30 mbar)
Ga als 5.2 te werk:
Een vast geïnstalleerde insteekpijp (7) tot 30 hPa (30 mbar) is hiervoor voldoende.
Sluit de adapter voor gastoestellen (21) aan op het vrije uiteinde van de verbindingsslang
(6).
Steek het buisstuk van de adapter voor gastoestellen (21) op de testaansluiting voor de
sproeierinlaatdruk van uw gasbrander.
Stel het gastoestel dusdanig in, dat de brander met volle brandbelasting loopt.
Open de sperventielen van de Aansluitingen B en D.
Lees nu de werkelijk aanwezige sproeierinlaatdruk af
U kunt door de regelschroef van de brander te draaien de sproeierinlaatdruk thans zo ver
reguleren, tot de waterzuil de waarde aanduidt die door de fabrikant van het toestel wordt
aangegeven.
5.4
Voorcontrole van huishoudelijke drinkwaterinstallaties
Ga als volgt te werk:
Sluit alle sperventielen van uw ROTEST GW 150/4.
Steek de verbindingsslang (6) met een hoorbaar vergrendelgeluid op de opsteeknippel van
Aansluiting A.
Steek het vrije uiteinde van de verbindingsslang (6) met hoorbaar vergrendelgeluid op de
opsteeknippel van de adapter.
Breng het systeem door pompen met de handpomp (3)
bij nominale doorlaat tot DN 50 op een proefdruk van maximum 0,3 MPa (3 bar)
bij nominale doorlaat van meer dan DN 50 tot DN 100 op een proefdruk van max. 0,1 MPa
(1 bar).
42
Aanpassingstijd
10 min.
30 min.
60 min.
NEDERLANDS
Min. proefduur
10 min.
20 min.
30 min.