c. DMX-512 verbindingen
Verbind de meegeleverde XLR-kabel met de vrouwelijke 3-pins XLR-
uitgang van uw controller en de mannelijke 3-pins XLR-ingang van de
VDP250MH6/2.
U kunt meerdere VDP250MH6/2s serieel verbinden. De
verbindingskabel moet een beschermde kabel zijn met dubbele kern en
met een XLR in- en uitgangsconnector. Zie het diagram rechts.
d. DMX-512 keten met terminator
e. Startadres van de DMX projector bepalen
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de signalen.
Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar het signaal van de DMX controller.
Geef dit startadres in en lees het af van de display op de basis van de VDP250MH6/2.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar hetzelfde kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In het geval van de 6-kanaals VDP250MH6/2 moet u het startadres van het eerste toestel instellen op 1, het tweede
op 7 (1 + 6), het derde op 13 (7 + 6), enz.
f. Functiebepaling
DMX adresinstelling
1. Druk op ESC tot op het scherm "A.001" verschijnt.
2. Druk op ENTER, de letter A zal beginnen knipperen. Stel het met de UP en DOWN toetsen het startadres in
tussen 001 en 512. Bevestig met ENTER of annuleer met ESC.
Testprogramma
Met deze functie kunt u zonder een controller het ingebouwde demo-programma afspelen. Na enkele seconden gaat
het toestel in "NOD.1" mode. Indien meerdere toestellen aangesloten zijn, zal automatisch 1 toestel als master worden
ingesteld en de rest als slaves (als hun adres ingesteld is als "A.001"). Om een specifiek toestel in te stellen drukt u
op ENTER op dat toestel. Er zijn 3 testmodes: NOD.1, NOD.2 en NOD.3. Selecteer de mode die u best bevalt.
Selecteer het programma met UP of DOWN en bevestig met ENTER. "TEST RUN" verschijnt en het programma start.
U kunt het programma pauzeren met ENTER – "TEST PAUS" verschijnt. Druk op ENTER om verder te gaan.
Wilt u de uitvoeringssnelheid wijzigen, druk dan op UP of DOWN tot "SPEE" verschijnt op het scherm. Bevestig met
ENTER. Regel de snelheid met UP of DOWN (0-255). Bevestig met ENTER of annuleer met ESC.
Om de cross-snelheid te wijzigen, drukt u op UP of DOWN tot "CROS" verschijnt. Bevestig met ENTER. Regel de
snelheid met UP of DOWN (0-255). Bevestig met ENTER of annuleer met ESC.
Geluidssturing
Met deze functie kunt u het toestel muziekgestuurd laten werken. Op het scherm verschijnt "AUDI". Selecteer de optie
met ENTER en kies ON of OFF met de UP of DOWN toetsen. Bevestig met ENTER of annuleer met ESC.
Opmerking: Het toestel kan enkel in muziekgestuurde modus werken indien er geen DMX-signaal is. Is er een DMX-
signaal, dan zal deze functie niet beschikbaar zijn.
VDP250MH6/2_v2
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een
omgeving met veel elektrische ruis (bvb. een discotheek). De terminator voorkomt
corruptie van het digitale controlesignaal door elektrische ruis. De DMX terminator is niets
meer dan een XLR plug met een weerstand van 120 van pin 2 naar 3. Deze XLR plug
wordt dan aangesloten op de XLR uitgang van het laatste toestel in de reeks.
Zie de illustratie links.
11
HQPOWER