Gebruik overeen-
komstig de be-
doeling
Omgevingsvoor-
waarden
Netaansluiting
Gevaren door net-
en laadstroom
134
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik overeenkomstig de bedoe-
ling. Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de
bedoeling. Voor hieruit voortvloeiende schade, evenals voor gebrekkige of on-
juiste resultaten aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
Tot gebruik overeenkomstig de bedoeling behoort ook:
-
het volledig lezen en opvolgen van de gebruiksaanwijzing en alle aanwij-
zingen met betrekking tot veiligheid en gevaren
-
het tijdig uitvoeren van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
-
het naleven van alle tips van de accu- en autofabrikanten
Om probleemloos functioneren te garanderen, moet op correcte wijze worden
omgegaan met het apparaat. Het apparaat mag in geen geval worden ver-
plaatst door aan de kabel te trekken.
Het gebruik of het opslaan van het apparaat buiten het aangegeven bereik
geldt niet als gebruik overeenkomstig de bedoeling. De fabrikant is niet aan-
sprakelijk voor de hieruit voortvloeiende schade.
Precieze informatie over de toelaatbare omgevingsvoorwaarden kunt u vin-
den in de technische gegevens in de bijlage.
Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de
energiekwaliteit van het elektriciteitsnet beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde typen apparaten consequenties hebben in de vorm van:
-
aansluitbeperkingen
-
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
-
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
*)
bij de aansluiting op het openbare elektriciteitsnet
zie de technische gegevens
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan
of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig, dient hiertoe te
worden overlegd met de energieleverancier.
OPMERKING! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting
Bij het werken met laadapparaten staat u aan talrijke gevaren bloot, zoals bij-
voorbeeld:
-
elektrisch gevaar door net- en laadstroom
-
schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pace-
maker levensgevaarlijk kunnen zijn
*)
*)