Hoofdstuk
02
Systeemcomponenten aansluiten
Het stroomsnoer aansluiten (1)
Opmerking
Afhankelijk van het type voertuig kunnen de
functies van *2 en *4 anders zijn. In een
dergelijk geval moet u *1 aansluiten op *4 en *3
op *2, zoals aangegeven op de afbeelding.
ISO-aansluiting
Opmerking
In sommige voertuigen kan de ISO-aansluiting in
twee delen uitgevoerd zijn. In een dergelijk geval
moet u erop letten dat beide delen worden
aangesloten.
148
Nl
*2
*1
*4
*3
Geel (*2)
Geel (*1)
Naar aansluiting die onafhankelijk
Ondersteuning
van de stand van de
(of accessoire)
contactschakelaar van stroom wordt
voorzien.
Rood (*3)
Rood (*4)
Naar elektrische aansluiting die
Accessoire
geregeld wordt door de
(of de
contactschakelaar (12 V DC) AAN/UIT.
ondersteuning)
Oranje/wit
Naar aansluiting
verlichtingsschakelaar.
Zwart (aarde)
Naar chassis (metaal) van
het voertuig.
Opmerkingen
· Wanneer er een subwoofer (*5) wordt aangesloten op
dit systeem in plaats van een achterluidspreker, moet
de beginwaarde voor de instelling voor de
achter-uitgang worden gewijzigd. (Raadpleeg de
Bedieningshandleiding.) De subwoofer-uitgang van
dit navigatiesysteem is mono.
· Wanneer er een a subwoofer van 70 W (2 Ω) wordt
gebruikt, moet u deze aansluiten met de paarse en
paars/zwarte draden van dit navigatiesysteem. Sluit
niets aan op de groene en groen/zwarte draden.
Sluit draden met dezelfde
kleur op elkaar aan.
Luidsprekerdraden
Links voor
Wit:
Links voor
Wit/zwart:
Rechts voor
Grijs:
Grijs/zwart: Rechts voor
Links achter of Subwoofer (*5)
Groen:
Groen/zwart: Links achter of Subwoofer (*5)
Rechts achter of Subwoofer (*5)
Paars:
Paars/zwart: Rechts achter of Subwoofer (*5)