CONFORM MET DE NORM EN 361
Antival-harnas (in riem, in synthe-
tische vezel, informatie over het mate-
riaal beschikbaar op de markering van
de uitrusting) met of zonder verbin-
dingsstukken (conform met EN 362)
Een antival-harnas is bedoeld om te
worden gebruikt in combinatie met
andere onderdelen die deel uitmaken
van een individueel systeem om een
val te stoppen (conform met EN 363)
Om het antival-harnas correct te ver-
binden met een verankeringspunt
(conform met EN 795), adviseren we u:
voor het rugverankeringselement
van het harnas een energieab-
sorber aan te sltuiten (conform
met EN 355) of een antivalin-
richting met automatische rappel
(conform met EN 360)
voor het borstverankeringse-
lement een mobiele antivalin-
richting aan te sluiten, die een
zekeringssteun omvat (stijf
conform met EN 353- 1, flexibel
conform met EN 353-2)
BIJKOMENDE ELEMENTEN VOLGENS
DE NORM EN 358
Element(en) voor het uitrusten van
een antival-harnas, teneinde toe te
laten het te gebruiken als of samen
met een houdsysteem bij het werk
(conform EN 358)
In werkpositie mag de afstelling van
de houdhoogte geen vrije beweging
toelaten van meer dan 0,50 m. Deze
riem moet gespannen worden gehou-
den (cf. 11).
Deze riem moet gespannen worden
gehouden. Het houdsysteem bij het
werk mag niet worden gebruikt om
een val te stoppen.
HET IN DIENST STELLEN VAN HET
ANTI-VAL HARNAS
Om op een eenvoudige manier uw
harnas aan te doen, raden wij u aan
om op de volgende manier te werk te
gaan (cf. 1) :
Neem het harnas vast met de
dorsale koppeling " D ",
Doe de bretellen één voor één
aan.
Grijp de liesriemen vast aan
het kruis om ze zodoende te
bevestigen aan de ringen die
zich aan elke kant van de heupen
bevinden. Let erop de liesriemen
niet te kruisen.
Regel de liesriemen door aan het
uiteinde van de riem te trekken of
losser te laten (cf. 2).
Indien uw harnas uitgerust is met
een gordel, sluit hem en pas hem aan
(cf. 2).
Voor de harnassen die uitgerust zijn
met regelbare bretellen, pas deze aan
door aan het uiteinde van de riem te
trekken of losser te laten.
Sluit de borstriem.
Verbind de borstaanknopings-
punten van het harnas met een
aansluiter (conform met EN 362).
Voor een optimale effi ciëntie van een
anti-val harnas, is het noodzakelijk dat
deze op een correcte manier is beves-
tigd (niet te strak, niet te los). Noteer
dat de harnassen, samengesteld uit
elastische riemen een nauwkeuri-
ger afregeling vereisen. Eénmaal uw
harnas geregeld, ga nogmaals keer
na dat er geen enkele riem gekruist
of gedraaid is, dat alle ringen op een
correcte manier gesloten zijn en dat
de dorsale " D " zich goed op de plaats
van de schouderbladen bevindt. Voor
nog meer zekerheid, aarzel niet om u
te laten helpen.
GEBRUIK
Het vastmaken van het anti-val
systeem aan het harnas moet VER-
PLICHT en UITSLUITEND gedaan wor-
den door het dorsale aanknopings-
punt " D " dat voor dit doel voorzien is
of de borstaanknopingspunten ("D" of
verankeringsverlenging aan de riem
(cf. 3) of via de borstaanknopingspun-
tenpar (lus aan de riem, of "D") (cf. 4
& 5). Het gebruik van de borstaankno-
pingspunten voor het vastleggen van
het systeem anti-val moet noodza-
kelijk gedaan worden door de twee
punten tegelijkertijd. De " D "'s van
de gordel, de buikaanknopingspun-
ten moeten enkel gebruikt worden
voor het vastmaken van een onders-
teuningssysteem tijdens het werk en
nooit met een anti-val systeem (cf. 6).
Wanneer u de riem met absorber ver-
bindt met het verlengstuk van het ru-
gverankeringselement van het harnas
( cf. J ), zorg er dan voor dat de totale
lengte riem + verlengstuk + connec-
tor niet meer dan 2 m bedraagt.
Tijdens het gebruik moet u regelmatig
29