NEDERLANDS
Vertaling van de originele instructies
het draagvermogen van het werktuig dat het minst bestand is van alle gebruikte
werktuigen (hijsoog, veiligheidspal, haak, musketon, ketting, koord, takel of anders).
Gebruik alleen haken met veiligheidspal. Gebruik in richting instelbare hijsogen of
controleer het maximum draagvermogen ervan voor niet-axiale ladingen.
Besteed aandacht aan de hangende ladingen. Blijf er niet onder staan.
Besteed aandacht aan mensen, dieren en voorwerpen die in de werkzone
aanwezig zijn. Gebruik de geschikte instrumenten voor het signaleren en
afbakenen van de werkzone als dat nodig is. Voer geen manoeuvres of
verplaatsingen boven mensen uit.
Het apparaat kan manueel verplaatst worden.
Controleer de massa aangeduid op het gegevensplaatje en/of op de verpakking.
6.2 Bevestiging
Bevestig de eenheid zodat deze stabiel blijft en zich niet kan verplaatsen tijdens de
werking, met de aanvoerleiding of door rechtstreeks het pomphuis vast te maken.
De modellen met beugels worden daarmee bevestigd.
7 START EN LANGDURIGE STILSTAND
Voordat de elektropomp gestart wordt moeten de elektropomp zelf en de
aanzuigleiding van het water gevuld worden (het hele circuit, als de installatie
gesloten is). Als de elektropomp onder waterdruk geïnstalleerd is, moet dit
handmatig gebeuren.
Als de installatie daarentegen met positieve zuigkop plaats vindt of als de
aanvoerleiding onder druk staat, volstaat het de kleppen te openen, te ontluchten
en te wachten tot het vult. In gesloten circuits moet de installatie gevuld worden
via het hoogste punt en moet op hetzelfde moment een ontluchting plaatsvinden.
Tijdens de eerste seconden van werking zal de pomp nog meer lucht uitstoten. Als
het circuit gesloten is, ontlucht het dan via de betreffende kleppen.
Pas op voor spetters. Gebruik de geschikte PBM om beschermd te worden
tegen risico's van mechanische en chemische aard.
Open de kleppen langzaam tijdens de ontluchting, vermijd bruuske
manoeuvres; richt de straal niet op mensen, dieren of elektrische
apparaten.
Na langdurige periodes van inactiviteit moet de vulling van de pomp gecontroleerd
worden voordat hij gestart wordt en moeten de leidingen indien nodig ontlucht
worden.
Als men voorziet het apparaat een lange periode niet te gebruiken en/of men
noodzakelijkerwijze de vloeistof uit de machine moet legen, koppel ze dan los van
de leidingen en doe ze hellen om de vloeistof eruit te doen lopen.
8 ONDERHOUD EN ASSISTENTIE
De elektropomp vereist geen speciaal onderhoud.
Laat de elektropomp alleen repareren door personeel dat geautoriseerd is door d
fabrikant om de garantie te handhaven en de veiligheid van het apparaat niet te
compromitteren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen of die goedgekeurd
zijn door de fabrikant.
Gebruik altijd de PBM die voorgeschreven worden (zie de betreffende sectie).
Alvorens ongeacht welk werk op de elektropomp uit te voeren, moet
gecontroleerd worden of de elektrische aansluiting op het voedingsnet
afgesloten is en of die niet per ongeluk opnieuw aangesloten kan worden.
Let op! In geval van stilstand wegens overbelasting gaan de apparaten
met motorbeveiliging en automatische reset automatisch opnieuw van
start wanneer de temperatuur onder het alarmniveau daalt.
DEFECT/STORING
1) De elektropomp start niet of stopt
onverwachts.
2) De elektropomp start maar geeft geen
debiet af, geeft dit op onregelmatige
wijze af of het debiet is duidelijk
lager dan de aanwijzingen op het
gegevensplaatje.
36
11 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
• Voor eenfasige modellen met bedieningspaneel: controleer of de schakelaar op stand "I" staat. Als de
thermomagnetische schakelaar met manuele reset aanwezig is, druk dan op de reset-knop. Controleer of de
condensator intact is.
• Voor eenfasige modellen zonder bedieningspaneel: controleer of de condensator correct geïnstalleerd en verbonden
is en ook intact is.
• Controleer, voor modellen met vlotter, de slag van de vlotter en hef deze manueel op om er de werking van te
controleren.
• Controleer of de thermomagnetische schakelaar en de differentiaalschakelaar geactiveerd zijn; controleer bij
zekeringen of die intact zijn.
• Controleer de elektrische aansluiting op het net.
• Controleer of de netspanning aanwezig is.
• ALLEEN VOOR PROFESSIONELE ONDERHOUDSMONTEURS: controleer of de pomp in staat is vrij te draaien en of de
geabsorbeerde stroom niet de waarde van het gegevensplaatje overschrijdt.
• Voor de dompeleenheden: controleer of het filter niet verstopt is en of de pomp minstens voor de gespecificeerde
minimum onderdompeling ondergedompeld is.
• Voor de eenheden voor de oppervlakte: controleer of de pomp gevuld is en geen cavitaties heeft.
• Controleer of er geen lucht inde hydraulische leiding zit, ontlucht de leidingen
• Voor de driefasige modellen: controleer de rotatierichting
Het is raadzaam maandelijks de staat van bewaring van de kabels te controleren (met
name ter hoogte van de kabelgeleidingen) en de filters en/of het aanzuigrooster te
reinigen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet hij vervangen worden door de
fabrikant, door zijn ondersteuningsdienst of door gekwalificeerd personeel.
8.1 Reserveonderdelen
Gebruik originele reserveonderdelen, of die goedgekeurd zijn door de fabrikant, om
mogelijke risico's voor de gezondheid van het dienstdoend personeel en de gebruikers
te vermijden. Neem contact op met de leverancier en/of raadpleeg de tabellen van de
reserveonderdelen (zie technische catalogus) voor informatie.
9 BEHEER VAN NOODGEVALLEN
9.1 Brand
• Het brandgevaar van delen van de machine is beperkt tot de motor en delen erbuiten
zijn daar niet bij betrokken.
• Gebruik bij brand blussers die goedgekeurd zijn voor het gebruik op elektrische
apparaten.
9.2 Vloeistoflekkage
• De gepompte vloeistof kan uit de machine lekken na de installatie, het starten, het
onderhoud of het afdanken, onvoorziene breuken of overmatige slijtage van de
afdichtingsonderdelen.
• Als de lekken gevaarlijk of schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen,
dieren of voor het milieu, zorg dan voor een waterdichte opvangbak rondom de
machine.
9.3. Olielekkage
• Bij breuk, kan tot 50 cl olie uit de elektropomp vrijkomen (niet giftig). Het occasioneel
inslikken van de olie is niet gevaarlijk voor de menselijke gezondheid. Het risico op de
verspreiding van de olie moet zoveel mogelijk beperkt worden.
10 VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Voor het verhelpen van problemen die verband houden met de werking van de
elektropomp moeten de aanwijzingen van onderstaande tabel opgevolgd worden. Als
u niet over de kennis en de benodigde competenties beschikt, wendt u zich dan tot
gekwalificeerd personeel. Gebruik altijd de geschikte PBM (zie de betreffende sectie)
en werktuigen. Als het niet mogelijk is het probleem te verhelpen door de aanwijzingen
van de tabel toe te passen, neem dan contact op met een professioneel en geautoriseerd
assistentiecentrum.
11 VERWIJDERING
De inrichtingen die met dit symbool aangeduid worden, mogen
niet weggegooid worden met het huishoudafval maar moeten
verwijderd worden in de speciale centra voor de inzameling van
Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA) die op
het grondgebied aanwezig zijn, of moeten overhandigd worden aan
de distributeur, die verplicht is ze aan te nemen.
De huishoudelijke AEEA/WEEE (eenfasige elektropompen met
vermogen < 3 kW) moeten kosteloos aan gemeentelijke of private
inzamelcentra of aan kleinhandelaars of herstellers worden gegeven.
De industriële AEEA (alle producten die niet als huishoudelijk
geclassificeerd zijn) moeten aan daartoe bestemde inzamelcentra of
aan kleinhandelaars of herstellers worden gegeven.
Het product is niet potentieel gevaarlijk voor de menselijke gezondheid en het milieu
omdat het geen schadelijke stoffen bevat volgens richtlijn 2011/65/EU (RoHS) maar bij
lozing in het milieu heeft het een negatieve impact op het ecosysteem.
Misbruik bij de afvalverwerking, of de niet correcte afvalwerking, van het product, leidt
tot juridische sancties van administratieve en/of strafrechtelijke aard.
OPLOSSING
MONOBLOK POMPEN 5"