1.8. Geluidsinformatie
Emissiewaarde op de werkplek
1.9. Vibraties
Gemeten effectieve waarde van de versnelling
De aangegeven trillingsemissiewaarde werd met een genormde testmethode gemeten en kan voor vergelijk
met een ander apparaat gebruikt worden. De aangegeven trillingsemissiewaarde kan ook voor een inleidende
inschatting van de uitzetting gebruikt worden.
VOORZICHTIG
De trillingsemissiewaarde kan zich tijdens gebruik van het apparaat van de aangegeven waarde onderscheiden,
afhankelijk van de manier en wijze waarop het apparaat gebuikt wordt. Afhankelijk van de feitelijke gebruiks-
omstandigheden (intermitterend) kan het noodzakelijk zijn veiligheidsmaatregelen te nemen voor bescherming
van de gebruiker.
2. Ingebruikname
2.1. Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
Neem de netspanning in acht! Alvorens het REMS snellaadapparaat aan te sluiten, dient te worden gecon-
troleerd of de spanning die op het typeplaatje is aangegeven, overeenkomt met de netspanning. Op bouw-
plaatsen, in vochtige omgevingen, in binnen- en buitenruimten of bij soortgelijke opstellingen mag het elek-
trische apparaat uitsluitend op het net worden aangesloten via een aardlekschakelaar die de stroomtoevoer
onderbreekt zodra de lekstroom naar de aarde gedurende 200 ms de 30 mA overschrijdt.
Accu's
LET OP
Plaats de accu (8) altijd verticaal in de aandrijfmachine of het snellaadapparaat. Een schuine plaatsing
beschadigt de contacten en kan een kortsluiting veroorzaken, waardoor de accu beschadigd wordt.
Diepontlading door onderspanning
Een minimumspanning mag bij accu's Li-ion niet worden onderschreden, omdat anders de accu door diepont-
lading kan worden beschadigd. De cellen van de REMS accu's Li-ion zijn bij aflevering voor ca. 40% voor-
geladen. Daarom moeten de accu's Li-ion vóór gebruik geladen en daarna regelmatig bijgeladen worden.
Als dit voorschrift van de cellenfabrikant niet in acht wordt genomen, kan de accu Li-ion door diepontlading
worden beschadigd.
Diepontlading door opslag
Als een relatief weinig geladen accu Li-ion wordt opgeslagen, kan deze bij een langere opslag door zelfont-
lading diepontladen raken en zo beschadigd worden. Accu's Li-ion moeten daarom voor de opslag worden
geladen en vervolgens om de zes maanden bijgeladen en vóór nieuwe belasting nogmaals worden opgeladen.
LET OP
Voor gebruik de accu laden. Liionaccu's dienen regelmatig te worden bijgeladen, om diepontlading
te voorkomen. Bij diepontlading wordt de accu beschadigd.
1
Gebruik voor het laden uitsluitend een REMS-snellaadapparaat. Nieuwe en langere tijd niet gebruikte accu's
Li-ion bereiken pas na meerdere laadbeurten hun volledige capaciteit.
Snellaadapparaat LiIon/NiCd (art.-nr. 571560)
Als de netstekker ingestoken is, brandt het linker controlelampje continu groen. Als een accu in het snel-
laadapparaat gestoken is, geeft een groen knipperend controlelampje aan dat de accu geladen wordt. Brandt
dit controlelampje continu groen, dan is de accu opgeladen. Knippert een controlelampje rood, dan is de accu
defect. Brandt een controlelampje continu rood, dan ligt de temperatuur van het snellaadapparaat en/of de
accu buiten het toelaatbare werkbereik van het snellaadapparaat van 0°C tot +40°C.
2
L
= 68 dB L
= 79 dB K = 3 dB
pA
WA
< 2,5 m/s²
K = 1,5 m/s²
nld
53