Volgens de Europese richtlijn 2002/96/
EG inzake oude elektrische en
elektronische apparaten en de
toepassing daarvan binnen de nationale
wetgeving, dient gebruikt elektrisch
gereedschap gescheiden te worden
ingezameld en te worden afgevoerd naar
een recycle bedrijf dat voldoet aan de
geldende milieu-eisen.
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld voor recht- en verstekzagen
in hout. Als het juiste zaagblad wordt gebruikt, kan dit
gereedschap ook aluminium zagen.
Voeding
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op
een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op
het identificatieplaatje en werkt alleen op enkele-fase
wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd
volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een
niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR GEREEDSCHAP
1. Draag oogbescherming.
2. Houd uw handen uit de buurt van het pad van het
zaagblad. Voorkom contact met het nog
nadraaiende zaagblad. Het kan nog steeds ernstig
letsel veroorzaken.
3. Bedien de cirkelzaag niet zonder dat de
beschermkappen zijn aangebracht. Controleer
voor ieder gebruik of de beschermkap van het
zaagblad goed sluit. Gebruik de cirkelzaag niet als
de beschermkap van het zaagblad niet vrij kan
bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de
beschermkap van het zaagblad nooit vast in de
geopende stand.
4. Zaag nooit uit de vrije hand. Het werkstuk moet voor
ieder gebruik met behulp van de bankschroef stevig
worden vastgeklemd op de draaitafel en tegen de
geleider. Houd het werkstuk nooit met uw handen
vast.
5. Reik nooit rondom het zaagblad.
6. Schakel het gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad stilstaat voordat u het werkstuk
verplaatst of de instelling van het gereedschap
verandert.
7. Trek de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact voordat u het zaagblad vervangt of
onderhoud pleegt.
8. Gebruik het gereedschap niet in de buurt van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
9. Controleer vóór het gebruik het zaagblad zorgvuldig
op barsten of beschadiging. Vervang een gebarsten of
beschadigde zaagblad meteen.
10. Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn voor dit
gereedschap.
11. Wees voorzichtig dat u niet de as, flenzen (met name
ENE004-1
het montagevlak) of bout beschadigt. Als deze
onderdelen beschadigd raken, kan het zaagblad
breken.
12. Zorg ervoor dat de draaitafel stevig vast staat zodat
ENF002-1
deze tijdens het zagen niet beweegt.
13. Verwijder voor uw eigen veiligheid alle spaanders,
kleine stukjes hout, enz., vanaf het tafeloppervlak
voordat u het gereedschap bedient.
14. Voorkom dat u in spijkers zaagt. Inspecteer het
werkstuk op spijkers en verwijder deze zonodig
voordat u ermee begint te werken.
15. Zorg ervoor dat de asvergrendeling is ontgrendeld
voordat u het gereedschap inschakelt.
16. Controleer dat het zaagblad in zijn laagste stand de
draaitafel niet raakt.
GEA010-1
17. Houd de handgreep stevig vast. Let erop dat het
zaagblad iets op en neer beweegt tijdens het starten
en stoppen.
18. Zorg ervoor dat het zaagblad het werkstuk niet raakt
voordat u het gereedschap hebt ingeschakeld.
19. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u het
werkstuk gaat zagen. Controleer op trillingen of
schommelingen die op onjuiste montage of een slecht
uitgebalanceerd zaagblad kunnen wijzen.
20. Wacht totdat het zaagblad op volle snelheid draait
voordat u begint te zagen.
21. Stop onmiddellijk met het gebruik van het
gereedschap als u iets abnormaals opmerkt.
22. Probeer niet de aan/uit-schakelaar in de aan-stand
vast te zetten.
ENB040-3
23. Blijf te allen tijde geconcentreerd, met name tijdens
zich herhalende, monotone bedieningen. Laat u niet
leiden door een vals gevoel van veiligheid. Het
zaagblad kent geen medelijden!
24. Gebruik altijd de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik van
ongeschikte accessoires, zoals slijpschijven, kan tot
letsel leiden.
25. Gebruik de cirkelzaag niet voor het zagen van
andere materialen dan hout, aluminium en
dergelijke.
26. Sluit de afkortzaag aan op een stofafzuig- en
stofopvanginrichting tijdens het zagen.
27. Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat u
wilt zagen.
28. Wees voorzichtig bij het zagen van gleuven.
29. Vervang de zaagsnedeplank als deze versleten is.
30. Zaagbladen van hooggelegeerd snelstaal (HSS)
mogen niet worden gebruikt.
31. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt, kan
chemische bestanddelen bevatten die kanker,
geboortedefecten of andere voortplantingsschade
37