3. Het binnenapparaat installeren
-
Fig. 3-6
Fig. 3-8
4. Koelpijp en afvoerpijp
45 ±2
Fig. 4-1
B Maten van de koelstofl eidingen en aandraaimoment van de optrompmoeren
Vloeistofpijp
Aanhaalmo-
Afmeting leiding
(mm)
P15/P20/25
ODø6,35 (1/4")
Breng geen koelolie aan op de schroefoppervlakken.
(Hierdoor kunnen de fl ensmoeren eerder losraken.)
Zorg ervoor dat u de fl ensmoeren gebruikt die aan het apparaat zijn bevestigd.
(Het gebruik van andere fl ensmoeren kan barsten tot gevolg hebben.)
Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
22
Fig. 3-7
R407C of R22
Gaspijp
Aanhaal-
Afmeting leiding
ment
moment
(mm)
(N.m)
(N.m)
14 - 18
ODø12,7 (1/2")
49 - 61
-
Til het binnenapparaat op door het ondersteuningsstuk (dat is bevestigd aan
de ophangplaat) aan de ribbels op de achterkant van het apparaat te haken,
zoals wordt getoond. (Fig. 3-6)
Wanneer de aanleg van de pijpen, enz., is voltooid, plaatst u het onderste-
uningsstuk terug op de ophangplaat.
(Indien het apparaat niet stevig is bevestigd, kunnen er trillingen optreden
wanneer het apparaat in werking is.)
Ophangplaat
Ondersteuningsstuk
Ribbel
Indien de fl arepijp al in de muur is ingebouwd: (Fig. 3-7)
•
Bepaal de lengte van het pijpgedeelte dat moet worden ingebouwd, door streep-
jes op de bevestigingsplaat te zetten.
Streepje
Muurbevestigingsmal
3.3. Het binnenapparaat monteren (Fig. 3-8)
Zorg ervoor dat de haken van het binnenapparaat over de pallen van de muur-
bevestigingsmal vallen.
Binnenapparaat
Muurbevestigingsmal
Pal
Als de pijpen zijn aangebracht, schroeft u het binnenapparaat op de muurbeves-
tigingsmal met behulp van de bevestigingsschroeven.
4.1. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-1)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemate-
riaal bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de "fl are"-moer vastdraait.
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Isoleer met meegeleverd isolatiemateriaal voor koelpijpen de aansluitingen aan
de binnenzijde van het apparaat. Voer de isolatie zorgvuldig uit.
A Afsnijmaten tromp
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
ø6,35
ø12,7
R410A
Vloeistofpijp
Aanhaal-
Afmeting leiding
Afmeting leiding
moment
(mm)
(N.m)
ODø6,35 (1/4")
14 - 18
ODø12,7 (1/2")
Afmetingen tromp
øA (mm)
8,7 - 9,1
16,2 - 16,6
Buitendiameter
Gaspijp
fl ensmoer
Aanhaal-
Vloeistofpijp
moment
(mm)
(mm)
(N.m)
49 - 61
17
Gaspijp
(mm)
26