5
Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met
volgas.
6
Wanneer u takken of iets dergelijks moet afzagen die
boven schouderhoogte zitten, is een platform of een
steiger aan te bevelen.
7
Wees extra voorzichtig wanneer u met de bovenkant
van het zaagblad zaagt, d.w.z. wanneer u van de
onderkant van het zaagvoorwerp zaagt. Dit wordt
zagen met duwende ketting genoemd. De ketting
duwt de motorzaag dan naar achteren naar de
gebruiker toe. Wanneer de ketting beklemd raakt, kan
de motorzaag naar achteren naar u toe worden
geworpen.
8
Als de gebruiker deze duwende beweging niet
pareert, bestaat het risico dat de motorzaag zo ver
naar achter wordt geduwd dat de terugslagrisico-
sector van het zaagblad het enige contact met de
boom vormt, wat tot terugslag leidt.
Met de onderkant van het zaagblad zagen, d.w.z. van
de bovenkant van het zaagvoorwerp naar beneden,
wordt zagen met trekkende ketting genoemd. Dan
wordt de motorzaag naar de boom getrokken en de
voorkant van de motorzaaghuis vormt dan een
natuurlijke steun tegen de stam. Bij zagen met
trekkende ketting heeft de gebruiker meer controle
over de motorkettingzaag en waar de terugslagrisico-
sector van het zaagblad zich bevindt.
ARBEIDSTECHNIEK
9
Met kettingzagen voor boomonderhoud
werken met gebruik van touw en harnas
In deze paragraaf worden de werktechnieken besproken
waarmee u het risico van letsel kunt verkleinen wanneer
u op hoogte met een kettingzaag voor boomonderhoud
werkt, met gebruik van een touw en harnas. Het dient als
richtlijn en kan worden gebruikt als literatuur ten behoeve
van training, maar een formele training blijft altijd vereist.
Algemene voorschriften voor werken op hoogte
Werkzaamheden op hoogte met een kettingzaag voor
boomonderhoud met touw en harnas mogen nooit alleen
worden uitgevoerd. Er moet altijd een gekwalificeerde
medewerker assisteren vanaf de grond, die is opgeleid in
de relevante noodprocedures.
Personen die een kettingzaag voor boomonderhoud
gebruikt voor dergelijke werkzaamheden, moet zijn
opgeleid in algemene veilige klim- en
werkpositietechnieken en naar behoren zijn uitgerust met
harnassen, touwen, stroppen, musketons en andere
middelen om zowel zichzelf als de zaag in een stabiele en
veilige werkpositie te houden.
Voorbereidingen voor gebruik van de zaag in de
boom
De kettingzaag moet door de grondmedewerker worden
gecontroleerd, gevuld met brandstof, gestart en
opgewarmd en de kettingrem moet worden geactiveerd
voordat de zaag naar de gebruiker in de boom wordt
gezonden. De kettingzaag moet worden uitgerust met
een geschikte strop voor bevestiging aan het harnas van
de gebruiker:
a) strik de strop rond het bevestigingspunt achter aan de
zaag (A).
b) zorg voor geschikte musketons om de zaag indirect
(via de strop) en direct (via het bevestigingspunt van de
zaag) aan het harnas van de gebruiker te bevestigen.
c) zorg dat de zaag stevig is bevestigd wanneer u hem
omhoog zendt naar de gebruiker.
d) zorg dat de zaag aan het harnas wordt bevestigd
voordat hij wordt losgemaakt van het hijstuig.
Volg de vijl- en onderhoudsinstructies voor het
zaagblad en de ketting. Als u het zaagblad en de
ketting vervangt, mag slechts één van de door ons
aanbevolen combinaties gebruikt worden. Zie
instructies in de hoofdstukken Snijuitrusting en
Technische gegevens.
–
Dutch
101