2
Gebruiksbestemming
Het apparaat is bestemd voor het openen en sluiten van kantel- en
sectionaalpoorten voor privé-garages. Het apparaat is niet bestemd
voor commercieel gebruik, maar is uitsluitend bestemd voor gebruik met
privé-garagepoorten die voor een eenpersoonshuishouding bestemd,
voorzien en geschikt zijn. Elk ondoelmatig gebruik van de aandrijv-
ing houdt aanzienlijke risico's op ongevallen in. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor ondoelmatig gebruik. Op de aandrijving mogen alleen
originele LiftMater-toebehoren worden aangesloten. Geautomatiseerde
poorten met deze aandrijving moeten voldoen aan de momenteel gel-
dende internationale en landspecifieke normen, richtlijnen en voorschrif-
ten (onder andere EN 13241, EN 12453, EN 12604).
3
Geleverd pakket
Controleer vóór de installatie of alle onderdelen meegeleverd zijn.
Ter info: De nummering geldt enkel voor het bijbehorende hoofdstuk.
Onderdelenoverzicht:
1.
Aandrijfkop
2.
Handzender
3.
Gebogen trekstang
4.
Ophangijzer
5.
Railbevestiging
Zak met bevestigingsmateriaal:
10.
Platbolkopschroef
6 x 80 mm
11.
Veiligheidsmoer M6
12.
Zeskantschroef
13.
Moer M6
14.
Bout
4
Productoverzicht
Deze afbeelding geeft u bij de stapsgewijze montage van de installatie
altijd een compleet overzicht van de volledig gemonteerde installatie.
1.
Lateibevestiging
2.
Riem
3.
Rail
4.
Loopwagen
5.
Verbindingsstuk
6.
Bevestigingsbeugel
7.
Ophangijzer
5
Vooraleer u begint
BELANGRIJKE AANWIJZING
Heeft uw garage geen zij-ingang, dan moet er een externe noodont-
grendeling worden geïnstalleerd. Daardoor kan de garagepoort bij een
stroomuitval van buiten handmatig bediend worden.
5.1
Voorwaarden
De garagepoortopener is enkel geschikt voor eendelige garagepoorten
met horizontale looprail (kantelpoort) (afb. A) en voor sectionaalpoorten
met gebogen looprail (afb. B).
TER INFO:
De installatie is niet bruikbaar voor eendelige garagepoorten met
horizontale en verticale looprails of tweevleugelige poorten of
tuimelpoorten.
1x
6.
Bevestigingsbeugel
2x
7.
Lateibevestiging
1x
8.
Poortbevestiging
2x
9.
Accessoirezakje
2x
1x
15.
Bevestigingspen
1x
16.
Schroef
ST 6 x 50 mm
4x
17.
Schroef
ST 6,3 x 18 mm
4x
18.
Plug
1x
8.
Netsnoer
9.
Aandrijfkop
10.
Ontgrendeling
11.
Rechte trekstang
12.
Gebogen trekstang
13.
Poortbevestiging
5.2
Voorbereiding
Controleer eerst of uw poort uitgebalanceerd en in evenwicht is.
Open de poort tot ongeveer halverwege en laat ze los.
De poort mag nu uit zichzelf nauwelijks van positie veranderen, maar
moet – enkel door de kracht van de veren tegengehouden – in deze
positie blijven staan. Bewegingskracht: maximaal 15 kg.
1. De rail van de garagepoort MOET veilig en stabiel aan de dragende
wand of het plafond boven de garagepoort bevestigd worden.
2. Wanneer het plafond in uw garage bekleed, bekist e.d. is, zijn er
mogelijks bijkomende bevestigingen en bevestigingsrails nodig (niet
meegeleverd).
3. Heeft uw garage geen aparte zij-ingang, dan moet er een externe
noodontgrendeling worden geïnstalleerd.
5.3
Benodigde gereedschappen
Gereedschappenlijst:
Ladder
2x
Markeringsstift
1x
Tang
1x
Boormachine
1x
Hamer
Ratel / palwerk
6
Montage van de poortaandrijving
1x
Belangrijke aanwijzingen voor een veilige
montage. Alle montageaanwijzingen volgen.
1x
Verkeerde montage kan tot ernstige letsels leiden.
8x
6.1
Rail monteren
De rail is grotendeels voorgemonteerd en bestaat uit 3 delen.
4x
In het voorste gedeelte (A) bevinden zich de loopwagen, trekstang,
ontgrendelingsgreep, keerrol alsook de lateibevestiging met
kettingspanner. In het achterste gedeelte (B) bevinden zich de kooi voor
de aandrijfas en het kettingtandwiel. Het voorste en achterste
railgedeelte achter elkaar leggen.
1. Verwijder kabelbinders die de ketting vasthouden. Laat de transport-
beveiliging (X) nog in de positie.
2. Trek de twee railstukken helemaal uit elkaar om een gat te maken
voor het middenstuk (C). Deze rail is zo ontworpen dat het middenstuk
probleemloos kan worden ingevoegd. De 2 verbindingsstukken (D)
over de naden van de railstukken schuiven tot aan de markeringen.
Om de verbindingsstukken vast te zetten de uitstekende gedeeltes
met een geschikt werktuig naar buiten buigenom het middenstuk te
fixeren. De montage van de rail is voltooid.
6.2
Riem spannen
De riem van de rail zo ver opspannen dat de veer (1) tot ongeveer
halverwege wordt samengedrukt.
Deze moet kunnen veren terwijl de installatie in bedrijf is.
6.3
Rail op de aandrijving monteren
1. Controleren of de tandriem op het tandwiel zit. Als de tandriem er bij
de montage toch afgegleden is, de tandriem ontspannen, opleggen en
opnieuw opspannen.
2. De rail (A) omdraaien en met de tandwielzijde (B) helemaal op de
aandrijving (C) steken.
3. De rail met de twee bevestigingsbeugels (5) en de korte schroeven
(16) op de aandrijving bevestigen.
Metaalzaag
Verschillende boren (8, 6, 5, 4.5 mm)
Ringsleutel
Waterpas
Schroevendraaier
meetlint
nl 3