een pc, is een RS-485-interface beschikbaar.
Voor de gegevensoverdracht wordt het Mod-
bus-protocol gebruikt (
pagina 26).
Sluit de pc aan op de bus RS 485 IN (14).
Voor de afstandsbesturing van een ander
apparaat sluit u dit aan op de bus RS 485
OUT en plaatst u de schuifschakelaar TER-
MINATION (15) op de stand OFF. Als er
geen ander apparaat op de bus RS 485 OUT
is aangesloten, plaatst u de schakelaar in de
stand ON; hiermee wordt de RS-485-
stuurleiding met een weerstand afgesloten.
7) Ten slotte verbindt u het meegeleverde net -
snoer eerst met de POWER-jack (9) en plugt
u de stekker van het netsnoer in een stop-
contact (230 V~ / 50 Hz). De led STAND-BY
(8) licht op.
6 Bediening
1) Schakel de versterker in met de toets
POWER (7). De led STAND-BY (8) gaat uit,
het display (1) licht op. Om de versterker uit
te schakelen, houdt u de toets POWER inge-
drukt tot het display uitgaat.
U kunt de versterker ook via een op de
klem AC POWER REMOTE (12) aangeslo-
ten schakelaar afstandsbediend in- en uit-
schakelen.
Opmerking: Voor het afstandsbediend in- en uit-
schakelen mag de versterker nog niet met de scha-
kelaar POWER zijn ingeschakeld. Schuif anders de
aangesloten schakelaar eerst open en houd dan de
toets POWER ingedrukt tot de led STAND BY
oplicht. Nu kunt u de versterker afstandsbediend in-
en uitschakelen.
2) Om het geluidsvolume in te stellen, houdt
u eerst de knop LEVEL (5) ingedrukt tot op het
display de vierkante haken [ ] voor de waarde
van het geluidsvolume (e) knipperen. Zolang
de haken knipperen, kunt u het volume instel-
len door met de knop te draaien. Het knippe-
ren stopt, als de knop gedurende 30 secon-
den niet meer wordt gedraaid of ingedrukt.
Het ingestelde geluidsvolume (0 – 99)
wordt op het display in het veld (e) weerge-
geven, en de balkweergave (f) geeft het hui-
dige signaalniveau op de uitgang SPEAKER
OUTPUT (13) weer.
3) Alle andere instellingen gebeuren via het
menu:
a) Houd de toets MENU (2) ingedrukt tot de
eerste drie menuregels op het display wor-
den weergegeven (afb. 4).
BATTERY?
b) De eerste menuregel
lecteerd. Met de toets SELECT kunt u
instellen of de spanning door een aange-
sloten noodvoeding moet worden bewaakt
(YES) of niet (NON).
Opmerking: Als voor de noodvoeding het appa-
raat PA-24ESP van MONACOR wordt gebruikt,
moet de bewaking uitgeschakeld zijn (OFF). De
PA-24ESP wordt alleen bij uitvallen van de net -
spanning met 24 V gevoed, anders zou de PA-
1250D dit bij normale netvoeding als een storing
melden.
c) Met de toets MENU kunt u naar de vol-
gende menuregel springen en met de
toets SELECT de instelling wijzigen:
H.P.F?
voor het in- en uitschakelen van
het hoogdoorlaatfilter (200 Hz) voor de
ingang PGM IN (16)
AMP SLEEP?
Bij instellen van de stand
ON schakelt de versterker automatisch in
de rustmodus (op het display knippert de
AMP SLEEP
melding
), als er gedurende
ca. 1 minuut geen ingangssignaal beschik-
baar is. Na 3 minuten zonder ingangssig-
naal schakelt de versterker in stand-by.
Vanaf het moment dat er een signaal
beschikbaar is, schakelt de versterker
opnieuw in.
AMP CHECK?
van de bewaking van de uitgangsverster-
ker: als er geen ingangssignaal op de ver-
sterker is, wordt de uitgangsversterker
een keer per uur met een testsignaal
gecontroleerd. Bij detectie van een storing
verschijnt op het display de melding
FAULT
(
Opmerking: De menuregel
alleen worden geselecteerd, als de functie AMP
SLEEP uitgeschakeld is. Bij het inschakelen van
de functie AMP SLEEP wordt de functie AMP
CHECK automatisch uitgeschakeld.
VU GAIN?
om de niveauweergave (f) om
te schakelen tussen weergave van de
effectieve waarde (RMS) en de piek-
waarde (PEAK)
AMP NO.
om een versterkernr. (1 – 4) in te
stellen, wanneer de versterker via een pc
wordt bediend
COMM ID
om een apparaat-ID-nr. (0 – 98)
in te stellen, wanneer de versterker via
een pc wordt bediend
BAUDRATE
om een baudsnelheid (9600 of
19 200 baud) in te stellen, wanneer de ver-
sterker via een pc wordt bediend
d) Om op te slaan en het menu te verlaten,
drukt u op de toets SAVE (4). Op het dis-
play knippert kort de melding
SAVE
, dan verschijnt opnieuw de weer-
gave voor het normale bedrijf (afb. 2).
7 Displaymeldingen
Verschillende bedrijfstoestanden en storingen
worden door het display weergegeven. Als bij
een storing een waarschuwingssignaal hoorbaar
is, kunt u dit signaal met de toets BUZZER (4)
uitschakelen.
Ingangen
PRIORITY INPUT
Deze melding wordt knipperend weergegeven,
zolang een signaal op de ingang PRIORITY IN
(17) beschikbaar is. De ingang PGM IN (16) is
dan gedempt.
AMP SLEEP
POWER SAVING
Deze melding wordt weergegeven, wanneer een
is gese-
minuut lang een ingangssignaal beschikbaar is
AMP SLEEP?
en in de regel
werd ingesteld. De versterker bevindt zich dan in
de rustmodus. Hij schakelt opnieuw in, wanneer
een willekeurige toets wordt ingedrukt of het
ingangssignaal opnieuw beschikbaar is. Als er
gedurende drie minuten geen signaal beschik-
baar is, schakelt de versterker in stand-by. Van
stand-by schakelt hij opnieuw in, vanaf het
moment dat er opnieuw een ingangssignaal
beschikbaar is.
Voedingsspanning
AC LINE CHECK
LOW VOLTAGE
Als de netspanning onder ca. 190 V zakt, wordt
deze melding op het display weergegeven. De
uitgangsversterker is dan uitgeschakeld.
BATT. OPERATING
Als de netspanning uitvalt, schakelt de verster-
ker om naar noodstroomvoeding. De melding
voor het in- en uitschakelen
AMP
hoofdstuk 7).
K kan
AMP CHEC
EDITING
ON
van het menu
BATT. OPERATING
knippert enkele keren,
BATTERY?
wanneer in de regel
YES
werd ingesteld. Daarna schakelt het display
terug naar de normale bedrijfsweergave (afb. 2),
maar knippert er achter het woord
BAT
melding
.
BATTERY CHECK
LOW VOLTAGE
Als de spanning van de noodvoeding onder
ca. 21 V zakt, wordt deze melding weergegeven.
Als de spanning nog verder zakt tot onder
ca. 19 V, dan wordt intern de verbinding met de
noodvoeding onderbroken.
Overbelasting
OVER LOAD
LIMITED OUTPUT
Deze melding verschijnt, wanneer de versterker
overbelast is (bv. bij te veel aangesloten luid-
sprekers). De uitgangsspanning wordt geredu-
ceerd. Als er na 10 seconden toch nog een over-
belasting aanwezig is, (bv. bij een kortsluiting),
dan wordt de luidsprekeruitgang gedempt en
verschijnt de melding:
OUTPUT SHORT
OUTPUT MUTE
Bij een te hoog stroomverbruik (bv. luidspreker-
uitgang overbelast of defect van de versterker)
kan ook volgende melding verschijnen:
OVER CURRENT
PROTECT
Het beveiligingscircuit heeft de eindversterker
uitgeschakeld. Om de storing te beperken,
neemt u de steekklem SPEAKER OUTPUT (13)
uit de versterker en drukt u met een dun voor-
werp op de resettoets (6). De uitgangsversterker
schakelt zichzelf opnieuw in. Als er geen fout-
melding verschijnt, is de storing te wijten aan de
luidsprekerkabel of de luidsprekers. Als de fout-
melding opnieuw verschijnt, is de versterker
defect en moet hij worden gerepareerd.
Oververhitting
OVER HEAT
LIMITED OUTPUT
Deze melding verschijnt bij oververhitting van de
versterker (bv. bij onvoldoende warmteaflei-
ding). Het uitgangsvermogen wordt op
nominale vermogen begrensd. Als desondanks
de temperatuur van het koellichaam in de ver-
sterker blijft stijgen, wordt de luidsprekeruitgang
gedempt en verschijnt de melding:
OVER HEAT
OUTPUT MUTE
Zodra de temperatuur tot het normale bereik is
gezakt, schakelt de versterker weer in met het
nominale uitgangsvermogen.
Defecte uitgangsversterker
AMP FAULT
AMP CHECK
Deze melding wordt weergegeven, wanneer
de microprocessor PA-1250D aan de hand
van een testsignaal (1 × per uur) een defect
in de uitgangsversterker heeft gedetecteerd.
Voorwaarde voor de zelftest: In de regel
AMP CHECK?
van het menu is
(
hoofdstuk 6), en het ingangssignaal ont-
breekt.
NL
van het menu
B
POWER
de
1
⁄
van het
8
ON
ingesteld
17