NEDERLANDS
Tijdschakelklok (alleen model HR-40920TE)
1. Stel de driehoek van de tijdweergave op de huidige tijd in.
2. Programmeer de gewenste verwarmingsduur van de
radiatorkachel. Schuif hiervoor het gewenste aantal kleine
grijze toetsen (14) rond de ronde schijf naar binnen. Elke
toets komt overeen met een bedrijfsduur van 15 minuten.
Opmerking: Af fabriek zijn alle toetsen naar binnen gescho-
ven.
3. Het verwarmingstoestel schakelt zich automatisch in en
uit op de tijden die u via de grijze toetsen hebt ingesteld.
De gekozen in- en uitschakeltijden kunnen worden gewij-
zigd door de grijze toetsen uit te trekken en nieuwe be-
drijfstijden op te geven.
4. Als u het verwarmingstoestel handmatig zonder tijd-
schakelklok wilt gebruiken, moeten alle grijze toetsen wor-
den ingeschoven.
Turboventilator (alleen model HR-40920FE)
U kunt de turboventilator (11) afzonderlijk of samen met
het verwarmingstoestel gebruiken. De turboventilator
werkt op 500 Watt. Door de inzet van de turboventilator
wordt de gewenste kamertemperatuur sneller bereikt.
Alleen turboventilator
1. Stel de tuimelschakelaar van de turboventilator (12) in
op positie I en stel de tuimelschakelaar van de radiatorka-
chel (2) in op 0.
2. De turboventilator zuigt aan de voorkant koude lucht
aan en geeft aan de zijkant hete lucht af.
3. Stel de gewenste kamertemperatuur in met de thermos-
taatschakelaar (4) zoals beschreven onder "Gebruiksaan-
wijzing". De turboventilator geeft nu warmte af.
Verwarmingstoestel en turboventilator
1. Neem het verwarmingstoestel in gebruik zoals beschre-
ven onder "Gebruiksaanwijzing".
2. Stel de tuimelschakelaar van de turboventilator (11) in
op positie I.
3. Nu geeft zowel het verwarmingstoestel als de turboven-
tilator warmte af.
4. Wij raden u aan om de turboventilator uit te schakelen
zodra de gewenste kamertemperatuur is bereikt.
Opmerking: Zorg ervoor dat de luchtinlaat- en –uitlaatope-
ningen van de turboventilator niet geblokkeerd zijn. Dit kan
tot oververhitting, brand of een elektrische schok leiden.
Oververhittingsbeveiliging voor het verwarmingstoestel
1. Het verwarmingstoestel is voorzien van een oververhit-
tingsbeveiliging die het apparaat automatisch uitschakelt
als de temperatuur in het apparaat de normale bedrijfstem-
peratuur overstijgt. Deze veiligheidsinstallatie geldt alleen
voor het apparaat en heeft geen invloed op de regeling van
de kamertemperatuur.
2. Wanneer de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd,
werkt het toestel niet.
3. Voor de reiniging stelt u alle tuimelschakelaars in op 0
en draait u de thermostaatschakelaar (4) op de laagste
positie. Trek ook de netstekker uit de contactdoos.
4. Laat het verwarmingstoestel nu minimaal 20 minuten
afkoelen.
5. Verwijder nu eventueel voorwerpen of reinig de openin-
gen met een stofzuiger om het vuil te verwijderen dat de
storing of de oververhitting heeft veroorzaakt
6. Neem het verwarmingstoestel weer in gebruik zoals
beschreven onder "Gebruiksaanwijzing".
REINIGING, ONDERHOUD, VERWIJDERING
Wij bevelen een regelmatige reiniging van het verwar-
mingstoestel aan. Volg de onderstaande instructies voor
reiniging en onderhoud om de werking van het verwar-
mingstoestel niet te schaden.
Reiniging
1. Voor de reiniging schakelt u het toestel via alle tuimel-
schakelaars uit en trekt u de netstekker uit de contactdoos.
Laat het verwarmingstoestel minimaal 20 minuten afkoelen.
2. Reinig de luchtinlaat- en –uitlaatopeningen van de tur-
boventilator met een stofzuiger om het stof van de motor
en het verwarmingselement te verwijderen.
3. Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte,
droge doek. Gebruik geen water, was, politoer of andere
chemische reinigingsmiddelen.
4. Neem het verwarmingstoestel weer in gebruik zoals
beschreven onder "Gebruiksaanwijzing".
30