Bevestiging van de roerasbescherming
Montageafbeelding
Gebruik tijdens het werken met het apparaat een
roerasbescherming (Q) (b.v. R 301) als bescher-
ming tegen verwondingen.
Met de schroef (U) worden de halve kunststofele-
menten aan het roerapparaat (T) bevestigd, zoals
weergegeven op Fig. 6. Met de schroef (S) kan de
roerasbescherming van lengte veranderd worden.
Controleer telkens voor de inbedrijfname en met
regelmatige tussenpozen of de roerasbescherming
goed vastzit. De positie van de roerasbescherming
mag alleen worden veranderd als hij stilstaat en de
stekker uit het stopcontact is gehaald.
Controleer of de op de typeplaat vermelde spanning
overeenstemt met de beschikbare netspanning.
Het gebruikte stopcontact
moet geaard zijn (randaarde).
Als aan deze voorwaarden is voldaan, is het ap-
paraat bedrijfsklaar nadat de stekker in het stop-
contact is gestoken.
Anders is veilig bedrijf niet gewaarborgd of kan
het apparaat beschadigd raken.
Het apparaat werkt onderhoudsvrij. Het is alleen
onderhevig aan natuurlijke veroudering van de
onderdelen en aan de statistische uitvalkans.
Reiniging
Voor het reinigen moet de
stekker uit het stopcontact
worden getrokken.
Reinig IKA
-apparaten alleen met door IKA
®
goedgekeurde reinigingsmiddelen.
Verontreiniging
Reinigingsmiddel
Kleurstoffen
Isopropanol
Constructiematerialen
Water met tenside/
Isopropanol
Cosmetica
Water met tenside/
Isopropanol
Levensmiddel
Water met tenside
Brandstof
Water met tenside
(zie Fig. 6)
Inschakelen van het apparaat
Onderhoud en reiniging
®
Bevestiging van het roervat met een span-
beugel aan het statief
Montageafbeelding
Bevestig eerst het kruisbevestigingsstuk (H) aan de
staander van het statief (I).
Bevestig vervolgens de dwarsarm (Z) van de span-
beugel in de naar boven wijzende open zijde van
het kruisbevestigingsstuk. Wanneer de positie tus-
sen het roervat (V) en het roerorgaan die vereist
wordt voor het roerproces eenmaal is ingesteld,
haalt u beide klemschroeven (G) stevig aan.
Bevestig het roervat (V) met behulp van de buigza-
me spanband (W) en zet de buigzame spanband
(W) vast met behulp van de hendel (X).
Na het inschakelen van de hoofdschakelaar (A)
Fig. 1 wordt op het leddisplay (C) de softwarever-
sie weergegeven, en na enkele seconden ook het
laatst ingestelde toerental. Verzeker u ervan dat
het ingeschakelde toerental geschikt is voor de
gekozen opstelling. In geval van twijfel stelt u met
de draaiknop (B) het laagste toerental in (knop he-
lemaal naar links gedraaid). Druk op de draaiknop
(B) om de roerfunctie te starten of te stoppen.
Voor stoffen die hier niet genoemd worden, gelie-
ve navraag te doen bij ons toepassingstechnische
laboratorium.
Draag veiligheidshandschoenen bij het reinigen
van het apparaat.
Elektrische apparaten mogen niet in het reini-
gingsmiddel worden gelegd om schoongemaakt
te worden.
Bij het reinigen mag er geen vocht in het apparaat
binnendringen.
Alvorens een reinigings- of ontsmettingsmethode
te gebruiken die niet door de fabrikant aanbevo-
len is, moet de gebruiker er zich bij de fabrikant
van vergewissen dat de beoogde methode niet
schadelijk is voor het apparaat.
(zie Fig. 7)
50