De motor starten, elektrische start
WAARSCHUWING: Het product heeft een
elektrische starter op 230 volt netspanning.
Gebruik de elektrische starter niet als uw
woning niet is voorzien van geaarde
stopcontacten met 230 volt. Er kan ernstig
lichamelijk letsel of schade aan het product
ontstaan. De elektrische starter is voorzien
van een 3-polige stekker en is ontworpen
voor een huishoudelijk stopcontact met 230
V netspanning. Zorg ervoor dat uw woning is
voorzien van geaarde stopcontacten met
230 volt. Als u dit niet zeker weet, vraagt u
het aan een erkende elektricien.
Let op: Gebruik een verlengsnoer dat wordt aanbevolen
voor gebruik buitenshuis, met een minimale draaddikte
2
van 16 AWG (1,5 mm
) en een maximale lengte van 15
m (50 ft).
1. Koppel de aandrijving los. Zet de rijsnelheidshendel
in de eerste stand.
2. Zet de brandstofschakelaar in de stand AAN. (Fig.
36)
3. Zet de choke in de stand CLOSE. (Fig. 37)
4. Zet de aan/uit-sleutel in de stand RUN. (Fig. 38)
5. Druk 1-3 keer op de primerbalg om de boosterpomp
te starten. Gebruik de boosterpomp voor een koude
start bij lage temperaturen. (Fig. 39)
6. Sluit het product aan op de voedingsbron. (Fig. 42)
7. Houd de startknop op de bedieningskast 5 seconden
ingedrukt. (Fig. 43)
8. Als de motor niet start, wacht dan 5 seconden en
druk de startknop nogmaals in.
OPGELET: Probeer de motor niet meer
dan 10 keer achter elkaar te starten.
Wacht na 10 startpogingen 40 minuten
voordat u het opnieuw probeert.
9. Koppel de voedingskabel van het product los nadat
de motor is gestart.
10. Laat de motor 30-40 seconden stationair draaien
voordat u begint met sneeuwruimen.
11. Als de motor warm is, zet u de choke langzaam in
stand OPEN. (Fig. 41)
Het product gebruiken
1. Knijp de inschakeling van de vijzel in de richting van
de hendel om de vijzel in te schakelen en sneeuw te
ruimen. (Fig. 44)
110
2. Beweeg de rijsnelheidshendel naar links om het
product naar voren te verplaatsen. Beweeg de
rijsnelheidshendel naar rechts om het product naar
achteren te verplaatsen. (Fig. 45)
3. Bedien de inschakeling van de aandrijving met de
rechter hendel.
4. Knijp de inschakeling van de aandrijving in de
richting van de hendel om de aandrijfwielen in te
schakelen. Het product beweegt vooruit of achteruit,
afhankelijk van de stand van de rijsnelheidshendel.
(Fig. 46)
Product stoppen
Let op: Om de motor in een noodgeval uit te schakelen,
trekt u de aan/uit-sleutel uit het contact.
1. Laat de inschakeling van de aandrijving los om de
aandrijfwielen te stoppen.
2. Laat de inschakeling van de vijzel los om de vijzel uit
te schakelen en het uitwerpen van sneeuw te
stoppen. (Fig. 47)
3. Zet de brandstofschakelaar in de stand UIT. (Fig. 48)
4. Trek de aan/uit-sleutel uit het contact. (Fig. 49)
Een goed resultaat verkrijgen
•
Laat de motor altijd draaien met volgas of bijna
volgas.
•
Pas de snelheid van het product altijd aan de
sneeuwsituatie aan en pas de snelheid aan met de
besturingshendel voor de rijsnelheid. Zorg ervoor dat
het product gelijkmatig sneeuw ruimt.
•
Het is eenvoudiger en efficiënter om sneeuw direct
na het vallen te ruimen.
•
Werk zo mogelijk altijd van de wind af.
•
Op vlakke oppervlakken, zoals asfaltwegen, zet u de
glijplaten 5-6 mm (0,2-0,25") van de grond.
•
De schraapbalk is omkeerbaar. Wanneer deze bijna
tot de rand van de behuizing is versleten, draait u
deze om. Vervang de schraapbalk als deze
beschadigd is, of als beide zijden versleten zijn.
•
Maak de uitworptrechter niet los als deze verstopt is.
•
Als het product door onvoorziene omstandigheden
niet in beweging komt, laat u de inschakeling van de
aandrijving direct los of zet u de AAN/UIT-sleutel in
de stand UIT.
1272 - 005 - 16.06.2020