Installatie; Inwerkingstelling - Cebora PROF162 Manual De Instrucciones

Piezas de repuesto y esquemas eléctricos
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
Toortstype dat bij deze machine kan worden
TORCH TYPE
gebruikt.
U0.
Secundaire nullastspanning (piekwaarde)
X.
Inschakelduurpercentage.
Drukt een percentage van 10 minuten uit dat
overeenkomt met een tijdsduur waarbinnen
het apparaat bij een bepaalde stroomsterkte
kan werken zonder oververhit te raken.
I2.
Snijstroomsterkte.
U2.
Secundaire spanning bij snijstroomsterkte I2.
U1.
Nominale voedingsspanning.
3~ 50/60HZ Driefasige voeding 50 of 60 Hz.
I1.
Stroomverbruik bij de bijbehorende snij-
stroomsterkte I2.
IP21.
Beschermingsklasse van de behuizing.
De 1 als tweede cijfer geeft aan dat de
machine niet in regen kan worden gebruikt.
S
Geschikt voor werkzaamheden in een omge-
ving met een verhoogd risico.
OPMERKING: Het apparaat is bovendien geschikt voor
omgevingen met vervuilingsgraad 3 (zie IEC 664).

3 INSTALLATIE

3.1 MONTEREN VAN DE TOORTS
Deze installatie wordt geleverd zonder toorts en is uit-
sluitend geschikt voor gebruik met toortsen van het
type CEBORA CP90, CP160 en CP200, zowel handbe-
diend als automatisch (recht).
Steek de beweegbare aansluiting F in de afscherming D
en vervolgens in de vaste aansluiting C. Draai de moer
van aansluiting F helemaal vast om een slechte werking
ten gevolge van ontsnappende lucht te voorkomen.
Deuk de contactpen niet en buig de pennetjes van de
beweegbare aansluiting F niet.
Draai afscherming D op het paneel vast.

3.2 INWERKINGSTELLING

De installatie dient door gekwalificeerd personeel te
worden uitgevoerd. Alle aansluitingen moeten vol-
doen aan de geldende normen en wetgeving op het
gebied van veiligheid.
Sluit het gas aan op aansluitpunt I en zorg ervoor dat de
installatie voldoende doorvoer en druk kan leveren voor
de gebruikte toorts.
Als de luchttoevoer plaatsvindt vanaf een persluchtcilin-
der, dan moet deze zijn uitgerust met een drukregelaar.
Sluit een persluchtcilinder nooit rechtstreeks op het
reduceerventiel van het apparaat aan. De druk kan de
capaciteit van het reduceerventiel overschrijden,
waardoor deze kan exploderen.
Overtuig u ervan dat de voedingsspanning overeenkomt
met de spanning op het plaatje dat aan de voedingskabel
is bevestigd. Mocht dat niet het geval zijn, gebruik dan de
spanningsveranderingsklem AE in het apparaat (fig. 3).
De apparaten zijn voorzien van een functieschakelaar. Dit
betekent het volgende:
a) Bij een permanente aansluiting op het voedingsnet
(zonder stekker), moet gebruik worden gemaakt van een
hoofdschakelaar die wat betreft capaciteit overeenkomt
met de gegevens op het plaatje.
48
fig. 3
b) Bij een stekkeraansluiting moet gebruik worden
gemaakt van een stekker die wat betreft capaciteit over-
eenkomt met de gegevens op het plaatje. Gebruik de
stekker in dit geval om het apparaat volledig van het voe-
dingsnet te ontkoppelen. Plaats schakelaar A echter altijd
eerst in stand "O" (fig. 2).
De geelgroene draad van de voedingskabel moet op de
aardingsklem worden aangesloten.
Eventuele verlengkabels moeten over een doorsnede
beschikken die geschikt is voor het stroomverbruik I1 dat
op het plaatje met technische gegevens is vermeld.
3.3 BESCHRIJVING VAN BEVEILIGINGEN
Thermisch:
Deze beveiliging voorkomt overbelasting en is aangebracht
op de transformatorwikkelingen. Wanneer de beveiliging in
werking treedt, gaat led AB branden (zie fig. 2).
Toortsherkenning:
Stelt de stroombron in voor een werking met parameters
die geschikt zijn voor het aangesloten toortstype.
Pneumatisch:
Deze beveiliging voorkomt dat de machine bij een te lage
gasdruk functioneert en is aangebracht op de toortsvoe-
ding. Wanneer de beveiliging in werking treedt, gaat led
AA branden (zie fig. 2). Als de led 60' knippert, is er gedu-
rende een korte periode onvoldoende druk geweest.
Hydraulisch (alleen voor CP200-toorts):
Deze beveiliging blokkeert de werking van het apparaat
wanneer de druk van de koelvloeistof niet goed is.
Elektrisch:
1) Deze beveiliging is op de snijtoortskop geplaatst en
voorkomt dat gevaarlijke spanningswaarden ontstaan bij
het vervangen van het mondstuk, de elektrode, de diffus-
or en de mondstukhouder.
2) Deze beveiliging blokkeert de werking van het apparaat
wanneer de elektrode dermate versleten is dat die moet
worden vervangen. Wanneer de beveiliging in werking
treedt, gaat led AD branden (zie fig. 2).
3) Deze beveiliging blokkeert de werking van het apparaat
wanneer zich een gevaarlijke situatie voordoet. Wanneer
de beveiliging in werking treedt, gaat led AC branden
Als volgt kan een efficiënte werking van deze beveiligin-
gen worden gehandhaafd:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido