Display Van Het Deeltjesniveau; Display Van Het Alarmniveau; Display Van De Luchtstroom/Storing; Labels - System Sensor 8100E FAAST Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41
FIGUUR 4. DISPLAY VAN DE GEBRUIKERSINTERFACE
Alarmniveau
indicator
Deeltjesniveau
indicator
STORING

DISPLAY VAN HET ALARMNIVEAU

Het display van het alarmniveau bestaat uit vijf rode LED's die overeenkomen met
het huidige alarmniveau, weergegeven op Figuur 6. Deze LED's bevinden zich vlak
boven de LED's voor het deeltjesniveau. Ze lichten in volgorde op, vanaf de onder-
kant, naarmate de ernst van het alarm toeneemt.
Deze alarmniveaus zijn in de fabriek geconfigureerd op standaardniveaus. Ze kun-
nen met de PipeIQ-software worden gewijzigd. Elk van deze alarmniveaus regelt
een apart relaiscontact. Als een alarmniveaudrempelwaarde wordt overschreden,
wordt de LED van het overeenkomstige niveau verlicht en wordt het relais geac-
tiveerd. Deze alarmniveaus en bijbehorende relaisuitgangen kunnen worden gepro-
grammeerd voor een vergrendelende of niet-vergrendelende werking. Daarnaast is
een programmeerbare vertraging voor elk niveau van 0 tot 60 seconden mogelijk.
Het programmeerbare bereik voor elk niveau staat op Tabel 3 weergegeven.
FIGUUR 5. DISPLAY VAN HET DEELTJESNIVEAU

DISPLAY VAN DE LUCHTSTROOM/STORING

Het FAAST-systeem maakt gebruik van een ultrasone luchtstroomsensor en geeft
de status in realtime op de gebruikersinterface weer. Het display voor luchtstroom/
storing bestaat uit 10 tweekleurige LED's en functioneert op twee verschillende
manieren. Een storingswaarschuwing wordt gegeven wanneer de luchtstroom met
20% of meer is toe- of afgenomen. De groene segmenten geven aan wat de huidige
luchtstroom is, vergeleken met deze drempelwaarden. Tijdens de normale werking
SS-400-015
BRAND 2
BRAND 1
ACTIE 2
ACTIE 1
WAARSCHUWING
Voeding
indicator
SPANNING
LAAG
RESET
ASP08-09
zijn twee naastgelegen lampjes groen en komen overeen met de huidige luchtst-
room die de rookmelder binnen gaat. Als de luchtstroom in evenwicht is, zijn de
twee groene segmenten gecentreerd op de grafiek op niveaus 5 en 6, raadpleeg
Figuur 7. Naarmate de luchtstroom toe- en afneemt, gaan de groene segmenten
naar rechts en links. De segmenten helemaal links vertegenwoordigen een afname
FIGUUR 6. DISPLAY VAN HET ALARMNIVEAU
van de luchtstroom van 20%. En verplaatsing van het segment helemaal naar
rechts, betekent een toename van de luchtstroom van 20%. Een stroomstoring doet
zich voor binnen 3 minuten nadat één van deze niveaus is bereikt. Het niveau
'kleine storing' wordt dan geactiveerd. Als de opgemerkte luchtstroom 50% hoger
of lager is dan normaal, wordt een dringend-storingsrelais geactiveerd. Tijdens een
storing licht het storings-LED en het bijbehorende hoge of lage storingssegment
oranje op.

Labels

Rookmelderstoringen worden gelabeld naast de lampjes op de luchtstroomstoring-
grafiek.
TOETSEN VAN DE GEBRUIKERSINTERFACE
De gebruikersinterface heeft drie knoppen, weergegeven op Figuur 8, die worden
gebruikt om de FAAST-melder te bedienen. De functies van deze knoppen worden
standaard vanuit de fabriek vergrendeld. Voor activering is een toegangscode nodig
(raadpleeg het deel Toegangscode). De toegangscode kan worden geprogrammeerd
met de PipeIQ-software.
FIGUUR 7. UITGEBALANCEERDE LUCHTSTROOM
BEDIENINGSTOESTAND
INITIALISATIE
Wanneer het FAAST-systeem voor het eerst wordt geïnstalleerd, is de rookmelder
niet geconfigureerd en wordt een storingsconditie aangegeven, doordat het LED-
lampje van de configuratiestoring oplicht. Dit betekent dat de rookmelder nog niet
is geconfigureerd en in deze stand zal blijven, totdat hij wordt geconfigureerd (raad-
pleeg het deel Configuratie hieronder voor meer informatie). Zodra de configuratie
is gestart, voert de rookmelder een automatische initialisatie uit. Deze initialisatie
stelt de basiswaarde in voor de luchtstroom, voor de filterverstopping en voor het
deeltjesniveau. Het is belangrijk dat het systeem goed is aangesloten en dat het
filter juist is geïnstalleerd wanneer de rookmelder wordt geïnitialiseerd. Deze eerste
meetwaarden worden gebruikt als een referentie om aan te geven wanneer zich een
storing voordoet. De initialisatie kan tot vijf minuten in beslag nemen.
ASP-09
FIGUUR 8. GEBRUIKERSINTERFACEKNOPPEN
5
BRAND 2
BRAND 1
ACTIE 2
ACTIE 1
WAARSCHUWING
GROENE LED's
RESET
ASP10-06
ASP14-07
ASP11-08
I56-3836-005

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido