Bonus ("Fischer") Methode (Opties 10 - 21); 5A. Eén Periode + Een Bonusperiode (Opties 10 - 12); 5B. Twee Periodes + Een Bonusperiode (Opties 13 - 14); 5C. Eén Enkele Bonusperiode (Opties 14 - 18) - Philos MEREX 600 Manual De Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 37
5.
Bonus ("Fischer") methode (Opties 10 – 21)
De bonus methode (of "Fischer"-methode, genoemd naar Bobby Fischer die deze
methode voor het eerst propageerde) is een systeem waarbij voor elke zet extra tijd
wordt toegevoegd aan de beschikbare tijd. Deze methode geeft de spelers altijd de
mogelijkheid om een partij verder te spelen, zelfs als er veel tijd was gebruikt in een
eerder stadium van de partij. Het is hierbij mogelijk de resterende bedenktijd te
verhogen door in een kortere tijd een zet uit te voeren dan de toegevoegde bonustijd.
De totale bedenktijd wordt dan verhoogd met het deel van de bonustijd dat niet is
gebruikt. De bonustijd wordt al voor de eerste zet toegevoegd.
Voor alle bonusopties geldt dat wanneer een speler in de laatste periode zijn tijd heeft
opgebruikt, de klok stopt en ook die van de tegenspeler blokkeert. Het spel is beëindigd.
5a. Eén periode + een bonusperiode (Opties 10 – 12)
Zodra de tijd van één van de spelers op nul komt in de eerste (gewone) periode wordt
de tijd voor de tweede periode voor beide spelers bijgeteld en begint de tweede periode
volgens het bonussysteem. De bonustijd wordt dan na elke zet bijgeteld
5b. Twee periodes + een bonusperiode (Opties 13 – 14)
Net als 5a maar dan met twee gewone periodes gevolgd door een bonusperiode.
5c. Eén enkele bonusperiode (Opties 14 – 18)
Vanaf het begin wordt met het bonussysteem gespeeld. De bonustijd wordt al voor het
begin van de partij bijgeteld.
5d. Bonustoernooi (Opties 19 – 21)
De bonustoernooi methode is de meest complexe manier om de bedenktijd in te delen.
In de voorgeprogrammeerde optie 19 en 20 die elk twee periodes volgens de
bonusmethode hebben, wordt de overgang naar de volgende periode bepaald door de
speler wiens tijd het eerst door nul gaat in de eerste periode. In optie 21 kunnen
maximaal 4 periodes ingesteld worden, waarbij voor elke periode bonustijd wordt
bijgeteld per zet. De bonustijd is voor elke periode gelijk. Hier bestaat ook de
mogelijkheid om de overgang naar de volgende periode te laten plaatsvinden, zodra
een speler een van te voren ingesteld aantal zetten heeft uitgevoerd. Hiervoor kan in de
eerste, tweede en derde periode een aantal zetten worden ingevoerd. Wanneer dit
aantal op 0 (nul) wordt gezet, dan gaat de volgende periode in, zodra de tijd van één
van de spelers voor de betreffende periode op nul komt.
Wanneer een speler niet op tijd het ingestelde (niet nul) aantal zetten heeft
uitgevoerd in een bepaalde periode, dan wordt de knipperende vlag getoond en
de MEREX 600 blokkeert voor beide spelers. De speler wiens tijd is verlopen
verliest de partij. Dit houdt in dat de spelers elke zet correct dienen af te sluiten
door de hefboom in te drukken. Om deze reden raadt de FIDE deze methode
af, omdat ze gevoelig is voor fouten van de spelers. De overgang naar de
volgende periode bij tijdsoverschrijding van één van de spelers verdient de
voorkeur.
6.
Delay ("Bronstein") (Opties 20 – 25)
Het oudste voorstel uit de schaakwereld om het probleem van de beperkte bedenktijd
op te lossen is afkomstig van internationaal grootmeester David Bronstein. Zijn methode
werkt al vanaf de eerste zet. De bedenktijd begint pas na een vertraging af te lopen. Het
is niet mogelijk om de bedenktijd te laten toenemen zoals bij de bonusmethode door
een zet in minder tijd te spelen dan de extra toegestane tijd per zet..
De klok laat steeds de totaal beschikbare tijd zien. De klok wacht niet met aftellen bij het
begin van een beurt maar telt de vertragingstijd bij de beschikbare tijd op na elke zet.
Wordt een zet binnen de vertragingstijd voltooid, dan springt de tijd terug naar de vorige
waarde; er is dan geen tijd verbruikt.
Bijvoorbeeld de klok is ingesteld op 5 seconden vertraging en geeft 57
seconden weer. De speler gebruikt 4 seconden voor zijn volgende zet (minder
dan de vertragingstijd dus). De klok geeft vlak voor het indrukken van de
hefboom 53 weer. Na het indrukken van de hefboom verschijnt (weer) 57
seconden op de klok, de speler heeft in deze beurt geen tijd verloren. Wanneer
hij 10 seconden nodig had gehad voor deze beurt dan zou de klok vlak voor het
afmelden 47 hebben aangegeven, en na het afmelden 5 seconden voor de
50

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido