2. Voor een dop met O-ring en pen (zie afb. 5)
Haal de O-ring uit de groef in de dop en verwijder de
pen uit de dop. Plaats de dop op het aambeeld van
het gereedschap zodanig dat het gaatje in de dop is
uitgelijnd met het gaatje in het aambeeld. Steek de
pen door het gaatje in de dop en het aambeeld.
Plaats vervolgens de O-ring terug op zijn
oorspronkelijke plaats in de groef van de dop om de
pen op zijn plaats de houden. Om de dop te
verwijderen, volgt u de procedure in omgekeerde
volgorde.
Lijn het gaatje in de zijkant van de dop uit met de pen op
het aambeeld van het gereedschap en duw de dop op het
aambeeld van het gereedschap tot deze op zijn plaats
wordt vergrendeld. Tik er zo nodig voorzichtig op.
Om de dop te verwijderen, trekt u deze er eenvoudigweg
af.
Haak
LET OP:
Nadat u de haak hebt aangebracht, controleert u dat deze
stevig is vastgeschroefd (zie afb. 6).
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op te
hangen.
De haak kan aan beide kanten van het gereedschap
worden bevestigd.
U bevestigt de haak door deze in een groef in de
behuizing van het gereedschap te steken en vast te
zetten met een schroef.
Om de haak te verwijderen, draait u de schroef los en
haalt u de haak van het gereedschap af.
BEDIENING
LET OP:
• Steek de accu altijd zo ver mogelijk in het gereedschap
totdat deze met een klik wordt vergrendeld. Als u het
rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is
de accu niet goed aangebracht.
Steek de accu zo ver mogelijk erin tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de dop over
de bout of moer.Schakel het gereedschap in en draai de
bout of moer vast gedurende de juiste draaitijd
(zie afb. 7).
Het juiste draaikoppel kan verschillen afhankelijk van het
soort en de grootte van de bout, het materiaal van het
werkstuk waarin wordt gedraaid, enz. De relatie tussen
het draaikoppel en de draaitijd wordt aangegeven in de
afbeeldingen (zie afb. 8 en 9).
OPMERKING:
• Houd het gereedschap recht op de bout of moer.
• Een buitensporig hoog draaikoppel kan de bout of
moer en/of dop beschadigen. Voordat u de
werkzaamheden begint, voert u altijd een testbediening
uit om de juiste draaitijd voor de bout of moer te
bepalen.
• Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende 15
minuten liggen alvorens verder te werken met een volle
accu.
22
Het draaikoppel wordt beïnvloed door een groot aantal
factoren, waaronder de onderstaande. Controleer na het
bevestigen altijd het draaikoppel met een momentsleutel.
1. Wanneer de accu bijna helemaal leeg is, zal de
spanning afnemen en het draaikoppel lager worden.
2. Dop
• Als een onjuiste maat dop wordt gebruikt, zal het
draaikoppel lager worden.
• Als een versleten dop (slijtage van het zeskante of
vierkante uiteinde) wordt gebruikt, zal het
draaikoppel lager worden.
3. Bout
• Ondanks dat de koppelcoëfficiënt en de boutklasse
hetzelfde zijn, zal het juiste draaikoppel verschillen
afhankelijk van de diameter van de bout.
• Ondanks dat de diameter van de bouten hetzelfde
is, zal het juiste draaikoppel verschillen afhankelijk
van de koppelcoëfficiënt, de boutklasse en de
boutlengte.
4. Het gebruik van een universele haakse overbrenging
of een verlengstuk verlaagt het draaikoppel van de
slagsleutel enigszins. Compenseer hiervoor door een
iets langere draaitijd te gebruiken.
5. De manier waarop het gereedschap wordt
vastgehouden en het materiaal van de plaats waarin
wordt geschroefd zijn van invloed op het draaikoppel.
6. Als het gereedschap op een laag toerental wordt
gebruikt, zal het draaikoppel lager worden.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of
onderhoud uitvoert.
De koolborstels vervangen (zie afb. 10)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders.
Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden
vervangen. Gebruik alleen identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen.
Haal de versleten koolborstels eruit, plaats de nieuwe
erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast (Zie afb. 11)
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.