BLUETOOTH®
BLUETOOTH — Verbinding
Ondersteunde Bluetooth profielen
–
Hands-Free Profile (HFP)
–
Advanced Audio Distribution Profile (A2DP)
–
Audio/Video Remote Control Profile (AVRCP)
–
Serial Port Profile (SPP)
–
Phonebook Access Profile (PBAP)
Ondersteunde Bluetooth coderingen
–
Sub Band Codec (SBC)
–
Advanced Audio Coding (AAC)
Verbind de microfoon
Achterpaneel
Microfoon (bijgeleverd)
Microfooningangsaansluiting
Stel de hoek van de
microfoon in
Zet indien nodig met snoerklemmen
(niet bijgeleverd) vast.
Een Bluetooth apparaat voor het eerst koppelen en verbinden
1
Druk op
om het toestel in te schakelen.
2
Zoek en kies "KD-DB9 BT" met het Bluetooth apparaat.
"BT PAIRING" knippert op het display.
• Met bepaalde Bluetooth apparaten moet u mogelijk direct na het zoeken de PIN-code (persoonlijk
identificatienummer) invoeren.
3
Voer afhankelijk van wat op het display verschijnt (A) of (B) uit.
Met bepaalde Bluetooth apparaten wordt het koppelen mogelijk anders dan hieronder beschreven uitgevoerd.
(A) "[Naam apparaat]"
"XXXXXX"
"XXXXXX" is een 6-cijferige sleutel die willekeurig tijdens het koppelen wordt gemaakt.
Controleer dat de sleutels die op het toestel en het Bluetooth apparaat verschijnen hetzelfde zijn.
Druk op
om de sleutel te bevestigen.
Bedien het Bluetooth apparaat om de sleutel te bevestigen.
(B) "[Naam apparaat]"
"ENTER – YES"
Druk op
om het koppelen te starten.
• Voer wanneer "PAIRING" "PIN 0000" over het display rolt de PIN-code "0000" in het Bluetooth apparaat
in.
U kunt alvorens te koppelen de PIN-code als gewenst veranderen.
• Indien alleen "PAIRING" verschijnt, bedien dan het Bluetooth apparaat om het koppelen te bevestigen.
"PAIRING COMPLETED" verschijnt zodra het koppelen is voltooid en " " licht op wanneer de Bluetooth verbinding is
gemaakt.
•
Dit toestel ondersteunt Secure Simple Pairing (SSP).
•
U kunt in totaal maximaal vijf apparaten registreren (koppelen).
•
Nadat het koppelen is voltooid, blijft het Bluetooth apparaat geregistreerd in het toestel, zelfs wanneer u het toestel
terugstelt. Voor het wissen van een gekoppeld apparaat,
•
Tegelijkertijd kunnen er maximaal twee Bluetooth telefoons en één Bluetooth audio-apparaat worden verbonden.
Tijdens de BT AUDIO bron, kunt u echter vijf Bluetooth audio-apparaten verbinden en tussen deze vijf apparaten
schakelen.
( 16)
•
Bepaalde Bluetooth apparaten worden niet automatisch na het koppelen met het toestel verbonden. Verbind het
apparaat dan handmatig met het toestel.
•
Zie de handleiding van het Bluetooth apparaat voor meer informatie.
"ENTER – YES"
"BACK – NO"
"BACK – NO"
( 15)
15
,
[DEVICE DELETE]
.
11
NEDERLANDS