Wanneer de schuurband na het inschakelen niet
wordt gecentreerd, moet de bandloop eventueel
handmatig worden bijgesteld. Draai daarvoor met
een schroevendraaier de instelschroef 5 aan de
voorste rol tot de band gecentreerd over de glijp-
laat loopt. Wanneer de bandloop daarna weer
niet gecentreerd is, moet de schuurband worden
vervangen.
Bewaar schuurbanden alleen hangend en knik ze
niet, omdat ze anders onbruikbaar worden.
Ingebruikneming
Let op de netspanning: De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide
machines kunnen ook worden gebruikt met een
spanning van 220 V.
In- en uitschakelen
Wanneer u de machine in gebruik wilt nemen,
drukt u de aan/uit-schakelaar 1 in en houdt u
deze ingedrukt.
Wanneer u de aan/uit-schakelaar 1 wilt vastzet-
ten, blokkeert u de schakelaar in ingedrukte toe-
stand met de vastzetknop 2.
Wanneer u de machine wilt uitschakelen, laat u
de aan/uit-schakelaar 1 los of drukt u de schake-
laar in en laat u deze vervolgens los.
Instelling vooraf van toerental en
schuurband (PBS 7 AE)
Met het stelwiel 6 kunt u de vereiste bandsnel-
heid (ook terwijl de machine loopt) vooraf instel-
len.
De vereiste bandsnelheid is afhankelijk van het
materiaal en kan proefondervindelijk worden
vastgesteld (zie de toepassingentabel aan het
einde van de gebruiksaanwijzing).
31 • 2 610 391 096 • TMS • 04.02.02
Aanwijzingen voor het gebruik
De afnamecapaciteit en de oppervlaktekwaliteit
worden
(PBS 7 AE) en de schuurbandkorrel. Hoe hoger
de bandsnelheid, hoe groter de afname en hoe
fijner het schuuroppervlak.
Werk met een zo gering mogelijke schuurdruk.
Het eigen gewicht van de machine is voldoende
voor een goede schuurcapaciteit. Daardoor
wordt de schuurband ontzien, het werkstukop-
pervlak gladder en het energieverbruik geringer.
Plaats de machine ingeschakeld op het te bewer-
ken werkstuk. Werk met matige voorwaartse be-
weging en schuur met parallelle en overlappende
schuurbanen. Werk in de richting van de hout-
nerf. Schuursporen dwars op de houtnerf leiden
tot storende schuureffecten.
In het bijzonder bij het afschuren van lakresten
kan het voorkomen dat deze smelten en het tot
uitsmering op het oppervlak van het werkstuk en
de schuurband komt. Daarom moet het schuur-
stof volgens het gedeelte „Stofafzuiging" worden
afgezogen.
Versleten, beschadigde of ingescheurde schuur-
banden kunnen het werkstuk beschadigen. Wis-
sel schuurbanden daarom op tijd.
Een schuurband waarmee metaal is bewerkt,
mag niet voor andere materialen worden ge-
bruikt.
Stationair gebruik
Bij stationair gebruik met de parallel- en hoekge-
leider (toebehoren) kunt u bijvoorbeeld plinten en
profielen in vorm schuren.
PBS 7 A/AE: (zie afbeeldingen
Keer de machine om voor stationaire montage op
een werkblad. Plaats twee lijmklemmen 15 (in de
handel verkrijgbaar toebehoren) in de voorziene
uitsparingen 7 en span de machine vast. Boven-
dien kan de parallel- en hoekgeleider 14 (toebe-
horen) worden gebruikt. De schroefdraadgaten 4
zijn bevestigingspunten voor de parallelgeleider.
PBS 7 AE SET: (zie afbeelding
Bevestig het onderstel met de twee schroeven
aan de bovenzijde van de bandschuurmachine.
Span met de twee lijmklemmen 15 het onderstel
aan de machine vast. Bovendien kan de parallel-
en verstekgeleider 14 (toebehoren) worden ge-
bruikt. De schroefdraadgaten 4 zijn bevestigings-
punten voor de parallelgeleider.
Nederlands - 3
bepaald
door
de
bandsnelheid
D
+
E
)
F
)