Stand-alone
Automatische sturing
De VDPLMS1 puntspot heeft preset effecten die u, samen met de panbeweging, kunt selecteren
dankzij de DIP-switches [4].
instelling DIP-switch
Muzieksturing
De VDPLMS1 puntspot heeft ook preset muziekgestuurde effecten die u, samen met de
panbeweging, kunt selecteren dankzij de DIP-switches [4]. Stel het gevoeligheidsniveau van de
microfoon [3] in met de daartoe bestemde instelknop [2].
instelling DIP-switch
Instelling van de snelheid
Stel de snelheid van de automatische of muziekgestuurde modus in via DIP-switches 6 tot 8 [4].
instelling DIP-switch
Master-slave
Met deze aanstuurmodus kunt u een hele reeks puntspots synchroon laten reageren op het
mastertoestel. Koppel de DMX-uitgang van elk toestel in de reeks aan de DMX-ingang van het
volgende toestel. Gebruik hiervoor een 2-aderige afgeschermde kabel met XLR-stekkers.
Stel vervolgens het mastertoestel en alle slavetoestellen als volgt in:
Mastertoestel: Stel de DIP-switches [4] in volgens de automatische of muziekgestuurde modus
(zie 6. Stand-alone hierboven). Deze instelling bepaalt automatisch het mastertoestel.
Slavetoestellen: Plaats DIP-switch nr. 1 [4] op de ON-stand.
Opmerkingen:
DMX
Met de DMX-sturing kunt u de puntspot aansturen via een externe DMX-controller (niet
meegeleverd). Plaats DIP-switch nr. 10 [4] op de ON-stand; stel het DMX-adres in met DIP-switches
1 tot 9 [4].
DMX512-aansluiting
Sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van de controller en de andere kant aan de
mannelijke 3-pin XLR-ingang van de VDPLMS1. U kunt verscheidene VDPLMS1's aan elkaar
koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik daarvoor een 2-aderige afgeschermde kabel
met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
24.01.2011
1, 9 aan
rotatie over 90°
2, 9 aan
rotatie over 180°
3, 9 aan
rotatie over 270°
4, 9 aan
rotatie over 360°
5, 9 aan
rotatie over 540°
1 aan
rotatie over 90°
2 aan
rotatie over 180°
3 aan
rotatie over 270°
4 aan
rotatie over 360°
5 aan
rotatie over 540°
6 aan
trage rotatie
7 aan
gemiddelde rotatie
8 aan
snelle rotatie
6, 7, 8 aan
combinatie, traagste rotatie
6, 7, 8 uit
combinatie, snelste rotatie
Het mastertoestel hoeft niet noodzakelijk het eerste toestel in de reeks te zijn. Elk
van de toestellen in de reeks voldoet.
Stel slechts één enkel toestel in als mastertoestel.
Deze aanstuurmodus aanvaardt geen DMX-controller.
VDPLMS1
functie
functie
functie
10
©Velleman nv