Lange werkstukken dienen aan beide kanten te worden
ondersteund door blokjes onontvlambaar materiaal,
zodat het werkstuk horizontaal op het voetstuk blijft rus-
ten. (Fig. 13)
BEDIENING
Bediening
LET OP:
• Probeer nooit werkstukken die dunner zijn dan 2 mm,
behalve pijpen, te snijden, en ook niet werkstukken die
met de klemschroef niet goed vastgezet kunnen wor-
den. Het afgesneden stuk kan namelijk door het
draaiende blad worden gegrepen, zodat er gevaar is
voor rondvliegende spaanders en/of beschadiging van
de hardmetalen tanden van het blad en eventuele ern-
stige verwonding.
• Oefen tijdens het snijden geen overmatige druk uit op
het handvat. Overmatige druk kan oorzaak zijn van
overbelasting van de motor, verminderde snij-efficiën-
tie, en/of beschadiging van de hardmetalen tanden van
het blad.
• Te weinig druk op het handvat zal meer vonken voort-
brengen en vroegtijdige slijtage van het blad veroorza-
ken.
• Raak het zaagblad, het werkstuk of spaanders niet aan
onmiddellijk na de werkzaamheden; aangezien deze
gloeiend heet zijn en brandwonden kunnen veroorza-
ken.
• Indien het blad tijdens het werk plotseling stopt, een
abnormaal geluid voortbrengt of begint te trillen, dient u
het gereedschap onmiddellijk uit te schakelen. Vervang
een gebarsten of beschadigd blad door een nieuw
blad.
• Snij met dit gereedschap geen aluminium, hout, kunst-
stoffen, beton, tegels e.d.
• Gebruik altijd hardmetalen zaagbladen die geschikt zijn
voor uw werk. Het gebruik van ongeschikte zaagbladen
kan slechte snijprestaties en/of gevaar voor persoon-
lijke verwonding tot gevolg hebben.
Houd het handvat stevig vast. Schakel het gereedschap
in en wacht tot het blad op volle toeren draait. Breng dan
het handvat langzaam omlaag en breng het blad dicht bij
het werkstuk. Wanneer het blad het werkstuk raakt, drukt
u aanvankelijk voorzichtig om de snede te maken. Eens
de snede stabiel is, kunt u geleidelijk meer druk uitoefe-
nen. Regel de druk op het handvat zodanig dat de mini-
male hoeveelheid vonken wordt voortgebracht.
Nadat de snede is voltooid, schakelt u het gereedschap
uit en WACHT TOTDAT HET BLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het handvat naar
zijn hoogste positie terug te brengen. Als u het handvat
omhoogbrengt terwijl het blad nog draait, kan het afge-
sneden stuk door het blad worden gegrepen zodat er
spaanders in het rond vliegen en u verwond kunt raken.
Wanneer u een werkstuk slechts tot halverwege wilt
afsnijden, kunt u het handvat omhoogbrengen terwijl het
blad nog draait. Indien het gereedschap tijdens het
zagen wordt uitgeschakeld, kunnen de hardmetalen tan-
den beschadigd raken aangezien deze met het werkstuk
in aanraking komen.
Snijden van hoekstaal (Fig. 14)
Zet het werkstuk vast in de klemschroef zoals afgebeeld
in Fig. A en begin met het snijden. Het zaagblad zal min-
der lang meegaan indien het werkstuk wordt gesneden
zoals afgebeeld in Fig. B.
LET OP:
• Snijd het werkstuk NIET zoals afgebeeld in Fig. C, aan-
gezien het dan uit de klemschroef kan worden wegge-
slingerd zodat er gevaar is voor verwonding.
Het zaagblad is onderhevig aan grotere slijtage wanneer
het gedeelte A in Fig. B wordt gesneden. Plaats een
houten blokje tegen het werkstuk zoals afgebeeld in
Fig. D zodat het zaagblad haaks in het gedeelte A zal
snijden. Het zaagblad zal dan langer meegaan.
De toelaatbare snijafmetingen zijn kleiner wanneer een
houten blokje wordt gebruikt. Gebruik een houten blokje
waarvan de afmetingen gelijk zijn aan de maximaal toe-
laatbare snijafmetingen min de afmetingen van het te
snijden werkstuk. Daardoor zal het zaagblad nog iets
langer meegaan.
Snijden van pijpen, vierkantstaal en U-staal
(Fig. 15)
Het zaagblad is onderhevig aan grotere slijtage wanneer
de gedeelten A en B in Fig. F en G worden gesneden.
Plaats een houten blokje tegen het werkstuk zoals afge-
beeld in Fig. H en I zodat het zaagblad onder een hoek in
de gedeelten A en B zal snijden. Het zaagblad zal dan
langer meegaan.
De toelaatbare snijafmetingen zijn kleiner wanneer een
houten blokje wordt gebruikt. Gebruik een houten blokje
waarvan de afmetingen gelijk zijn aan de maximaal toe-
laatbare snijafmetingen min de afmetingen van het te
snijden werkstuk. Daardoor zal het zaagblad nog iets
langer meegaan.
Snijden van rechthoekstaal (Fig. 16)
Zet het werkstuk vast in de klemschroef zoals afgebeeld
in Fig. J en begin met het snijden.
LET OP:
• Snijd het werkstuk NIET zoals afgebeeld in Fig. K,
aangezien het dan uit de klemschroef kan worden weg-
geslingerd zodat er gevaar is voor verwonding.
Dragen van het gereedschap (Fig. 17)
Klap de gereedschapskop neer naar de positie waarin u
de ketting aan de haak op het handvat kunt bevestigen.
Pak de draaghandgreep vast om het gereedschap te dra-
gen.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
inspectie of onderhoud aan het gereedschap uit te voe-
ren.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Vervangen van het zaagblad
Voortgezet gebruik van een bot en versleten zaagblad
kan overbelasting van de motor en vermindering van de
snij-efficiëntie veroorzaken. Zodra het zaagblad bot
wordt, dient u het door een nieuw zaagblad te vervan-
gen.
37