gebruiKsinsTruCTies
autotest
Sluit de rode testsonde aan op de ''+''-klem en de zwarte testdraad op de klem ''CoM''.
Breng de twee sondes met elkaar in contact terwijl u de toets voor de continuïteitstest ingedrukt
houdt.
Als het ingebouwde geluidssignaal weerklinkt en de rode LED ter indicatie van de continuïteit
gaat branden, dan is de batterij goed.
Als de LED slechts lichtjes of niet gaat branden, dan is het laadniveau van de batterij laag en
moet ze worden vervangen.
Als het probleem blijft optreden nadat u de batterij hebt vervangen, is het testapparaat bes-
chadigd.
opmerking: deze test kan alleen worden uitgevoerd als er een batterij geplaatst is.
Test van gelijk- en wisselspanning
U moet altijd voor en na het gebruik van het testapparaat een autotest uitvoeren. Gebruik het
testapparaat nooit indien de autotest aangeeft dat het apparaat defect is.
1. Sluit de rode testsonde (1) aan op de plusklem en de zwarte testdraad (2) op de klem
"CoM" (zie Figuur pagina 1).
2. Sluit de twee testsondes parallel aan op de te testen kring.
3. Indien er spanning op de kring staat, gaat de led voor spanningsdetectie branden en laat
het geluidssignaal een pieptoon horen wanneer de spanning meer dan 50V is.
4. Het spanningsniveau in de kring is wordt aangegeven door de laatste led die is gaan
branden (12V, 24V, 50V, 127V, 230V, 400V of 690V).
Indien er geen enkele led gaat branden, betekent dit dat er geen spanning is of dat de
spanning lager dan 10V is.
5. Als de gemeten spanning wisselspanning is, gaan de twee led's "+" ent "-" branden.
Als het gelijkspanning betreft, wordt de polariteit van de aansluiting van de rode testsonde
aangegeven door het branden van de led "+" of de led "-". Wanneer u een spanning van
12Vdc test en de rode testsonde is aangesloten op de minklem van de geteste kring, zal alleen
de led "-" gaan branden.
eigenschappen en gebruiksgroepen:
1. Spanningsdetectie: 12V < U < 690V tussen fasen (600V ten opzichte van de aarde)
2. Frequentie: DC, 50...60 Hz ± 5%
3. Een hoge impedantie zal de differentieelschakelaar 30mA niet inschakelen.
4. Max. piekstroom bij 690V: Is < 3,5mA
5. Wachttijd antwoord: onmiddellijk
identificatie fase/nulleider
U moet altijd voor en na het gebruik van het testapparaat een autotest uitvoeren. Gebruik het
testapparaat nooit indien de autotest aangeeft dat het apparaat defect is.
1. Sluit de rode testsonde (1) aan op de plusklem of de zwarte testdraad (2) op de klem
"CoM" (zie Figuur pagina 1).
20