stromingsweerstand en vermindert het zuigvermogen van het product.
Zodra deze beneden een ondergrens komt, weerklinkt de signaalclaxon.
Nu is het nodig de filter te vervangen.
Hetzelfde gebeurt wanneer de smoorklep van de afzuigkap te ver wordt gesloten,
waardoor het zuigvermogen te sterk wordt verminderd.
Door het openen van de ventielklep kan dit worden verholpen.
•
Drukschakelaar (Pos. 6)
Via deze interface kan onze servicemonteur instellingen aan het product uitvoeren.
Alleen te gebruiken door een servicemonteur van de fabrikant.
6.3 Positionering van de afzuigkap
De afzuigarm, resp. de afzuigkap is zo geconstrueerd dat ze makkelijk met één hand in te
stellen en te richten is. Bovendien behoudt de afzuigkap zelfstandig haar eenmaal
ingestelde positie. Bovendien kan de afzuigkap en ook de afzuigarm 360 ° rondom draaien
zodat bijna elke positie ingesteld kan worden. Voor een toereikende verwijdering van de
lasrook is het belangrijk, dat de afzuigkap altijd in de goede positie staat. De juiste positie
kunt u in de volgende afbeelding zien.
•
Positioneer de afzuigarm zo dat de afzuigkap ong. 25 cm schuin boven de lasplaat ligt.
•
De afzuigkap moet zo geplaatst worden dat deze de lasrook veilig opvangt, rekening
houdend met de thermisch veroorzaakte lasrookbeweging en de afzuigreikwijdte.
•
Plaats de afzuigkap steeds boven de desbetreffende lasplaats.
1502818-00
Afb. 25: Positionering van de afzuigkap
- 114 -
NL