20.2 Controleren van de nauwkeurigheid van de rotatielaser
De nauwkeurigheid van de laser dient regelmatig te worden gecontroleerd. Daarvoor is een vrij
meettraject van 30 m noodzakelijk. Er worden in totaal vier metingen uitgevoerd;
Werkwijze:
• Bevestig de rotatielaser op een statief (in horizontale positie), schakel hem in (toets 3) en
wacht af tot de automatische zelfnivellering de laserstraal horizontaal heeft afgesteld.
• Door het indrukken van toets 9 wordt de rotatie gestopt; de rotatielaser gaat over in de
puntmodus.
• Stel met de toetsen 1 en 2 (op de laser) resp. 11 en 19 (op de afstandsbediening) de
laserstraal af op de tegenoverliggende muur (zie afbeelding).
• Markeer op de muur het midden van de straal (zie afbeelding).
• Nu wordt de PRIMUS 90° gedraaid zonder daarbij de hoogte van het apparaat te
veranderen, d.w.z. de hoogte en de positie van het statief mogen in geen geval worden
gewijzigd!
• Nu wordt zoals boven beschreven de laserstraal weer op de muur gericht (toetsen 1 en 2
resp. 11 en 19) en het midden van de laserstraal gemarkeerd.
• De boven beschreven procedure wordt nog twee keer herhaald (90° draaien°, afstelling
van de laserstraal op de muur, markering van het midden van de straal), zodat er zich op
de muur in totaal vier markeringen bevinden (0°, 90°, 180°, 270°).
• De rotatielaser is nog voldoende nauwkeurig als de hoogste en de laagste markering niet
meer dan 12 mm van elkaar zijn verwijderd.
• Als de rotatielaser zich buiten deze tolerantie bevindt, is afstelling door NEDO of een
andere geautoriseerde servicedienst noodzakelijk!
NEDO Nestle & Fischer GmbH & Co. KG
Hochgerichtstr. 39-43
D-72280 Dornstetten, Duitsland
Tel.: ++49 7443 2401 0
Fax: ++49 7443 2401 45
www.nedo.com
Gebruiksaanwijzing
www.primus.nedo.com
info@nedo.com
63
NL