Regeling van de machine met de groene hoofdschakelaar (8) op bedrijfsklaar schakelen.
Spiraal met geleideslang in de hand houden en motor op het bedieningsveld (9) met de
gewenste modus inschakelen.
Drukgever (5) aantrekken en opschuifhandgreep (7) op vooruit zetten (greep in richting buis
drukken).
Met de opschuifhandgreep wordt de spiraalopschuiving traploos (vooruit, neutraal en achteruit)
geregeld.
3.4
Verwijdering van de buisverstopping
De spiraal moet zich in de verstopping boren en er niet worden ingedrukt!
Als er tegendruk wordt gevoeld (verstopping), opschuifhandgreep in neutrale positie
brengen (spiraal draait op dezelfde plaats), tot de tegendruk is afgebouwd.
Opschuifhandgreep op vooruit, tot er weer tegendruk voelbaar is (verstopping) en opnieuw
ontlasten.
Deze handelingen herhalen, tot de verstopping verwijderd is.
Tijdens de buisreiniging kan steeds tussen de modi worden gewisseld.
Bij optredende hogere belastingen van de spiraal, zichtbaar aan de reactie van de
geleideslang (6), onmiddellijk kort terugschakelen naar opschuiven in achterwaartse
richting! Nooit de drukgever losmaken!
Bij overbelasting schakelt de motor automatisch uit en de storingsweergave knippert (LEDs
voordraaien en gladdraaien knipperen afwisselend).
Overbelasting door licht terugtrekken van de geleideslang opheffen en aansluitend bij
stilstand van de trommel de knop RESET indrukken, de betreffende modus kiezen en
doorgaan met de werkzaamheden.
Als de beschikbare spiraallengte onvoldoende is, kan er een tweede spiraal (∅16mm a 15m art.
nr.: 7.2918) aan het spiraaleinde worden gekoppeld (zie punt 3.6).
3.5
Terughalen van de spiraal uit de buis
Nadat de verwijdering van de verstopping heeft plaatsgevonden, de opschuifhandgreep op
achteruit zetten, om de spiraal terug te trekken in de trommel.
Erop letten, dat de spiraal zonder grote moeite terugkomt. Als het terugtransport alleen
moeilijk gaat, de spiraal weer een klein stukje in de buis laten lopen. Spiraal niet met
geweld terugtrekken!
Tijdens het terugtransport van de spiraal uit de buis een waterslang in de buisopening steken
en de vervuilde spiraal met water afspoelen. Daardoor wordt ook de gereinigde buis
uitgespoeld.
Als het aangekoppelde hulpstuk weer zichtbaar is, opschuifhandgreep in neutrale positie
zetten, motor uitschakelen met de resetknop of met de groene schakelaar (8) en hulpstuk
met geleideslang verwijderen.
Motor weer inschakelen en spiraal terugdraaien, tot deze nog ca. 20cm uit het
opschuifmechanisme steekt.
De spiraal mag nooit helemaal tot in de trommel worden teruggedraaid!
Als er met een verlengingsspiraal werd gewerkt, deze na het terughalen uit de buis, met het
opschuifmechanisme (op achteruit) in de trommel terugtrekken en afkoppelen.
NEDERLANDS
51