2.2 Aankoppelen aan de trekker
Wanneer
aankoppelt moet u ervoor
zorgen
tussen
zwadhark bevindt.
Afbeelding 1 Figura 1
4
Plaats
de
zwadhark
ondergrond.
Bevestig de trekhaak in de middelste
opening van de gatenbalk van de trekker (1)
(afb. 1) met de pen (2) en maak vergrendel
deze met de borgpen (3).
Hef de trekhaak met de gatenbalk op de
trekker op om de steunpoot (4) op te heffen.
Bevestig de hydraulische leidingen en de
elektrische verbinding voor de verlichting.
De gatenbalk van de trekker moet
horizontaal zijn en mag niet naar links
of rechts bewegen. Dit kan met hulp
van de trekstang (5) en de stabilisator
(6) (afb. 2) gebeuren.
148
u
de
zwadhark
dat
niemand
zich
de
trekker
en
de
2
3
1
op
een
vlakke
2.2 Enganche al tractor
Preste atención a que nadie
se situe entre la máquina y el
tractor cuando la enganche
al tractor!
Afbeelding 2
5
6
Coloque el rastrillo en una superficie plana.
Enganche el rastrillo en el agujero central
de la barra porta aperos (1) (figura 1 ) con
el bulón (2) y la chaveta (3).
Levante el enganche del rastrillo con el
elevador del tractor para levantar el pié de
apoyo (4).
Conecte los latiguillos hidráulicos y la toma
de corriente para las luces.
La barra porta aperos debe estar
horizontal, no debe moverse hacia los
lados. Fíjela con los tensores (5) y los
estabilizadores (6) (figura 2).
Figura 2
5
6