5.2.1 Invulflits in de automatisch-flitsenfunctie
Bepaal met de belichtingsmeter van de camera of met een externe belich-
tingsmeter de benodigde waarden voor diafragma en belichtingstijd voor
een normale belichting. Meet, als dat mogelijk is, onderwerp en achtergrond
met de belichtingsmeter apart van elkaar.
Let er daarbij op, dat de belichtingstijd gelijk of langer moet zijn dan de flits-
synchronisatietijd van de camera (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Voorbeeld:
Gemeten diafragmawaarde = 8;
Bijbehorende belichtingstijd = 1/60 sec.
Flitssynchronisatietijd van de camera bijv. 1/100 sec. (zie de gebruiksaan-
wijzing van de camera).
De beide gemeten waarden voor diafragma en belichtingstijd kunnen op de
camera worden ingesteld omdat de belichtingstijd langer is dan de flitssynch-
ronisatietijd van de camera.
Om een uitgebalanceerde invulling te krijgen, bijvoorbeeld om het schaduwkar-
akter te behouden wordt aanbevolen op de flitser met de hand een correctie
van -1 EV (diafragmawaarde) tot - 1,7 EV in te stellen (zie paragraaf 6.4.3).
Let er op, dat de bron van het tegenlicht niet rechtstreeks op de sensor
van de mecablitz schijnt. Daardoor zouden foute belichtingen kunnen
ontstaan!
5.3 Flitsen met handinstelling
Bij sommige camera's wordt in de programautomatiek "P", volauto-
matisch, c.q. "groene instelling" en de onderwerpsprogramma's de
mecablitz automatisch naar de TTL-flitsregeling omgeschakeld als de
mecablitz is uitgerust met een adapter van het SCA 3002 systeem. De
functie van flitsen met handinstelling is dan niet mogelijk! Eventueel
voorziet u voor de functie van flitsen met handinstelling de mecablitz
van zijn standaardvoet 301.
54
In de functie van flitsen met handinstelling vindt er in het LC-display van de
mecablitz geen aanduiding van de belichtingscontrole plaats!
De camera moet in de functie tijdautomatiek ("A" of "Av"), c.q. in de functie
met handinstelling "M" worden gezet. De waarden van diafragma en belich-
tingstijd (bij "M") moeten dan met de hand, in overeenstemming met de op-
nameomstandigheden worden gekozen (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera).
Het instellen van de functie van flitsen met handinstelling M
• Schakel de mecablitz via zijn hoofdschakelaar in.
• Druk zo vaak op de toets "Mode", dat in het LC-display M en de met de
hand in te stellen waarde van het deelvermogen P verschijnt (in dit voor-
beeld 1/1 voor vol vermogen) knippert.
• De instelling is onmiddellijk werkzaam. Na ong. 5 s. schakelt het display
terug naar de normale weergave.
In het LC-display van de mecablitz ziet u, in plaats van de aanduiding
van de diafragmawaarde, de aanduiding voor het met de hand in te
stellen deelvermogen!
5.3.1 Flitsen met handinstelling M met vol vermogen
In deze functie wordt door de flitser steeds een niet-geregelde flits met vol
vermogen (P 1/1) afgegeven. De aanpassing aan de opnamesituatie moet
op de camera door het instellen van de diafragmawaarde plaatsvinden. In
het LC-display van de mecablitz wordt de afstand van de flitser tot het onder-
werp die voor een correcte flitsbelichting moet worden aangehouden aange-
geven (zie ook paragraaf 10.1).
5.3.2 Flitsen met handinstelling M met slechts een deel van het flits-
vermogen "P"
Indien nodig kan het vermogen van de mecablitz met de hand worden ver-
laagd. Daartoe kan op de mecablitz een deelvermogen "P" worden inge-
steld. Zie hiervoor paragraaf 6.5.