MOTOREN MET ELEKTRISCHE
ONTSTEKING:
Volg de procedure voor handmatige start
modellen, doch houd voor ogen de choke niet
te gebruiken als de motor warm is en in plaats
van aan het startkoord te trekken, houdt u de
maaier vast aan het handvat en draait u de
sleutel volledig in de richting van de klok. Als
de motor start, laat u de sleutel los en dan
springt deze terug in de originele positie.
Vermijd het in bedrijf zijn van de starter voor
lange perioden om de accu niet uit te putten.
Voor een langer leven van uw starter, gebruik
hem niet langer dan 15 seconden per volle
minuut. Als de accu is ontladen en de starter
niet werkt, dan kunt u de maaier handmatig
starten zoals eerder beschreven. U moet
tenminste 20 minuten maaien om de batterij
teladen.
Het gebruik van de starter stelt de roterende
messen in werking, dus houd uw handen en
voeten uit de buurt.
Mocht de motor niet starten doordat hij is
"verzopen", duw de hendel dan naar de "slow"
stand en trek zes keer aan het startkoord om
het teveel aan olie kwijt te raken.
ACCU
Accu's bevatten bijtende vloeistoffen en giftige
bestanddelen en moeten met de nodige
omzichtigheid worden behandeld. Hou ze steeds
uit de buurt van kinderen. Demonteer ze niet,
gooi ze niet in het vuur en voorkom doorboring
en vervorming. Gebruik ze uitsluitend in goed
verluchte lokalen, aangezien bij laden of ont-
laden explosieve gassen kunnen vrijkomen.
Vermijd direct contact tussen de twee klemmen
om overdadige hitte en mogelijk brand te
voorkomen.
De accu van grasmaaiers met elektrische
ontsteking wordt tijdens het maaien automa-
tisch door de motor bijgeladen, zodat hij
verder geen speciale aandacht vereist.
Gebruik voor extra bijladen uitsluitend een
lader die een gestabiliseerde en constante
spanning (maximum 15 volt) en een maxi-
mumstroom van 3 ampère levert. Een volledi-
ge laadcyclus neemt drie uur in beslag met
een lader van 3 ampère of een volledige
nacht met de gebruikelijke "druppellader". Als
uw grasmaaier niet regelmatig wordt gebruikt,
raden wij u aan de accu ongeveer eenmaal
per maand bij te laden.
Tips voor het makkelijk starten.
1. Zet de maaier op een geplaveide oprij-
laan of pad, waarbij de bladen vrijlopen
van het gras. Als u de maaier wel moet
starten op het gras, plaats hem dan op
een plek die u al gemaaid heeft en/of ver-
hoog de maaihoogte instelling. Start de
motor nooit op een grindpad.
2. Start een warme motor met de bedie-
ningshendel in de "slow" positie.
3. Houd de motor altijd schoon aan de
onderkant.
14
STOPPEN
Zet de bedieningshendel in de "stop" positie
en laat de OPC arm los.
CHECKLIST VOOR MOTORPROBLE-
MEN
Controleer de volgende punten:
BRANDSTOF
1. Er is onvoldoende brandstof in de tank.
2. De brandstoftoevoer is verstopt.
3. De brandstof is vervallen.
4. Er zit water of vuil in de brandstof.
5. De tankdopverluchting is verstopt.
ONTSTEKING
1. De bougiekabel zit los.
2. De elektroden zijn vuil.
3. De afstand tussen de elektroden is niet
correct.
U gebruikt een verkeerde bougie.
OVERIGE
1. De luchtfilter is verstopt (vuil of olie).
2. De motorkabel is slecht afgesteld.
3. Het maaimes is geblokkeerd.
ONDERHOUD VAN DE
MOTOR
ONTSTEKING
Uw motor heeft een niet uit elkaar te halen
solide ontstekingsmechanisme dat geen
onderhoud behoeft, afgezien van het af en
toe controleren van de bougies. We bevelen
aan dat u de bougies schoonmaakt en afstelt
na iedere 50 uur gebruik en vervangt na 100
uur gebruik (zie uw motor instructieboekje).
LET OP
Zandstraal plugs nooit, omdat zandstraal deelt-
jes in de motor terecht kunnen komen en ern-
stige schade kunnen aanrichten. Gebruik alleen
het exacte type vervangingsplug dat is
aangegeven in het motor instructieboekje.
LUCHTFILTER
Een schoon filterhuis, correct gemonteerd, is
essentieel voor een lang leven van de motor.
Maak het filter schoon na iedere 25 draaiuren
(onder moeilijke condities zelfs vaker) zoals
aangegeven in het motor instructieboekje.
UITLAAT
Een verroeste of beschadigde uitlaat kan
geluidsoverlast veroorzaken. Controleer de
uitlaat regelmatig en vervang hem alleen met
een originele vervangingsuitlaat.
ONDERHOUD VAN DE
ZELFAANDRIJVING
ROTAROLA.
Iedere 25 uur:
Verwijder het riemhuis en smeer de ketting
met daarvoor bestemd smeervet.
Iedere 100 uur
Verwijder het riemhuis, maak de buitenste
ketting los van de schakel waaraan deze vast
zit. Verwijder het tandwiel bovenaan de kleine
ketting huls. Verwijder de binnenste ketting en
smeer de ketting met daarvoor bestemd
smeervet.
Andere SP types
Iedere 100 uur
Verwijder elk achterwiel door middel van de
wieldop te verwijderen en de 8 mm bout en
pakkingsring los te halen, terwijl u het wiel
aan de as bevestigd laat. Verwijder de ronde
clip, zonder ze te stretchen en neem het tand-
❺
wiel weg. Smeer de pal
, het tandwiel
❼
de ganse wiel uitrusting
. Wees voorzichtig
dat u de pals op exact dezelfde manier terug
bevestigd en bevestig de tandwielen niet aan
de tegenovergestelde kant van de gras-
maaier.
VERSNELLINGSBAK
De versnellingsbak van deze types is com-
pleet verzegeld en behoeft geen onderhoud.
Hou wel de buitenkant schoon. Indien de ver-
snellingsbak verdere aandacht nodig heeft,
raadpleeg dan uw gespecialiseerde service
dealer.
AANPASSEN VAN DE RIEM
Kantel de grasmaaier, - zie OPSLAG VAN DE
GRASMAAIER, en gebruik 2 10 mm AF sleu-
tels, maak de bout en de schroef van de haak
die de buitenkant van de versnellingsbak op
zijn plaats houdt, net genoeg los zodat de
versnellingsbak kan bewegen. Duw de
bovenkant van de versnellingsbak weg van u,
terwijl u de onderkant naar u toe trekt.
Hierdoor ontstaat er druk op de aandrijv-
ingsriem. Maar de bout en schroef terug vast.
(Rechterkant wanneer men de onderzijde van
de gekantelde maaier bekijkt).
❻
en
❺
❼
❻