6.
Modusknop 2: Selecteert welk apparaat door voetschakelaar 2 bediend
wordt (in welke "modus" de voetschakelaar zich bevindt). Wanneer deze
knop ingedrukt gehouden wordt, wordt het geheugen van de
voetschakelaar gewist.
7.
Synchronisatiepoort 2: Stelt een tweede voetschakelaar in staat met de
ontvanger te werken als deze op één lijn staat met het synchronisatielogo op
deze voetschakelaar. De voetschakelaar wordt vastgelegd als "voetschakelaar 2".
Achterpaneel
1
2
Afbeelding 3: Achterpaneel van de ontvanger
1.
TPS-output: Voorziet in een specifieke verbinding met het TPS-
bedieningspaneel, waardoor de opdrachten van de voetschakelaar
doorgestuurd kunnen worden naar het TPS-bedieningspaneel.
2.
SERFAS-output: Voorziet in een specifieke verbinding met het SERFAS-
bedieningspaneel, waardoor de opdrachten van de voetschakelaar
doorgestuurd kunnen worden naar het SERFAS-bedieningspaneel.
3.
Uitbreidingspoort: Voorziet in een generieke verbinding met
toegevoegde apparaten, waardoor de opdrachten van de voetschakelaar
doorgestuurd kunnen worden naar het bedieningspaneel.
4.
Uitbreidingspoort: Voorziet in een generieke verbinding met
toegevoegde apparaten, waardoor de opdrachten van de voetschakelaar
doorgestuurd kunnen worden naar het bedieningspaneel.
5.
SFB-seriële connectoren: Maakt firewireverbinding met nieuwere
apparaten mogelijk, zoals CORE en SERFAS Energy, waardoor de
behoefte aan meerdere verbindingskabels geëlimineerd wordt.
6.
Volumeknop: Regelt het outputvolume.
7.
Wisselstroom-input: aansluiting voor het netsnoer, dat aangesloten
wordt op een stopcontact van ziekenhuiskwaliteit.
162
5
3
4
6
7