Achterste basisdrager monteren
1
7. Achterste basisdrager (2) op een afstand van (Y)
op dezelfde wijze als de voorste basisdrager (1)
monteren.
Afstand (Y):
G
WAARSCHUWING
Controleer vóór iedere rit en regelmatig
gedurende een langere reis of de basisdrager
goed vastzit. Trek de snelspanner naar behoefte
aan. Herhaal de controle, afhankelijk van de
toestand van het wegdek, in regelmatige
afstanden, in ieder geval uiterlijk na 2.500 km
continu gebruik.
Belangrijk!
Zorg ervoor dat u bij gemonteerde accessoires
voor de basisdrager (dakbox, skidrager etc.)
afhankelijk van de uitrusting van het voertuig
•
het panoramaschuifdak volledig kunt
omhoog brengen
•
de achterklep volledig kunt openen.
2
Y
750 mm
Montage van accessoires voor de basisdrager
1. Afdekkappen (7) aan beide zijden met sleutel (3)
ontgrendelen en omlaag klappen.
2. Afdekprofielen (4) uittrekken, indien aanwezig.
Belangrijk!
Belast de omlaag opengeklapte afdekkingen
niet. De afdekkingen kunnen worden beschadigd
of kunnen afbreken.
3. Houder van het accessoire in groef (11)
inschuiven.
Meer aanwijzingen kunt u vinden in de
montagehandleiding van het betreffende
dakdrageraccessoire.
Montage afdekprofiel
Indien geen accessoires voor de basisdrager worden
gebruikt, moeten de afdekprofielen (4) worden
aangebracht, om windgeruis te verminderen.
1. Afdekprofiel (4) uit de basisdrager opzetten en in
groef (11) drukken.
- 29 -
Kg