6.4.2
Wandmontage
OPGELET
Materiële schade door geluidsoverdracht naar delen van het gebouw
•
Monteer het apparaat niet op gipskartonwanden en dergelijke die als resonators kunnen werken.
1
Boorsjabloon
2
Schroevenset
Het apparaat wordt aan de wand gemonteerd met behulp van de
boringen aan de achterzijde van de behuizing. De bevestigingsmiddelen
moeten vóór de montage worden gecontroleerd naargelang de
gesteldheid van de wand en, indien nodig, worden aangepast.
Opmerking!
Maak gebruik van het meegeleverde boorsjabloon en de schroevenset voor de wandmontage.
1.
Bevestig het boorsjabloon met plakband aan de muur.
2.
Boor de gaten voor de ophanging van het apparaat.
3.
Verwijder het boorsjabloon.
4.
Hang het apparaat op.
6.4.3
Hydraulische aansluiting
1.
Breng de koppeling van de ontgassingsleidingen "DC" overeenkomstig het volgende schema tot stand.
Houd rekening met de volgende punten:
•
Voorkom dat de vuilvanger van het apparaat wordt overbelast door het binnendringen van grof vuil.
•
Sluit de gasrijke ontluchtingsleiding aan vóór de gasarme ontgassingsleiding (gezien in de stromingsrichting van de installatie).
•
Geef voorkeur aan de aansluiting op de retourzijde van het installatiesysteem.
–
De watertemperatuur moet zijn tussen 0 °C – 60 °C om een voldoende ontgassing te waarborgen.
Servitec Mini — 01.08.2017 - Rev. B
Montage
Nederlands — 13