Waarschuwingen
(installatie loopt door)
ER-code
Waarschuwing
01
Waterniveau-LED en
Auto-LED branden
(minimale druk)
10
Error-LED knippert
(maximale druk)
9.3
Reset
Wanneer de installatie moet worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen, kunt u een reset uitvoeren.
1.
Zorg dat de installatie in de stopmodus is.
2.
Druk tegelijkertijd op de Auto-knop en de Stop-knop langer dan 5 seconden. Alle LED's zullen kort knipperen.
3.
Laat de Stop- en Auto-knoppen weer los.
De reset wordt uitgevoerd en het apparaat begint de opstartroutine.
Opmerking!
Na de reset worden de bedrijfstijden voor permanente ontgassing en intervalontgassing automatisch vanaf dat moment op nul
teruggezet, zie hoofdstuk 8.1 "Automatische modus" op pagina 15.
10
Onderhoud
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding door hete oppervlakten
In verwarmingsinstallaties kunnen brandwonden worden veroorzaakt als gevolg van hoge oppervlaktetemperaturen.
•
Wacht tot deze hete oppervlakken voldoende afgekoeld zijn of draag beschermende handschoenen.
•
De eigenaar dient desbetreffende waarschuwingsborden in de buurt van het apparaat te plaatsen.
VOORZICHTIG
Kans op letsel door uitstromende vloeistof die onder druk staat
Bij foutieve montage, demontage of ondeskundig onderhoud kunnen brandwonden en andere verwondingen worden veroorzaakt aan de
aansluitingen, wanneer uit onder druk staande plotseling heet water of hete stoom uitstroomt.
•
Zorg voor een veilige een deskundige montage, demontage en onderhoud.
•
Zorg dat de installatie niet onder druk staat voordat u werkzaamheden i.v.m. montage, demontage en onderhoud uitvoert aan de
aansluitingen.
Het Servitec apparaat moet jaarlijks worden onderhouden.
Opmerking!
Laat de onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd personeel en laat de uitgevoerde werkzaamheden akkoord
tekenen.
Oorzaak
•
Verlies van water in de installatie.
•
Storing vacuümpomp.
•
Expansievat defect.
•
De druk overschrijdt de maximale waarde
van 2,5 bar.
Servitec Mini — 01.08.2017 - Rev. B
Onderhoud
Oplossing
•
Waterpeil controleren.
•
Vacuümpomp controleren.
•
Expansievat controleren.
•
Druk op meetomvormer verminderen.
Nederlands — 17