achterzijde van de Miami JTO op het bed achter de rug van de patiënt,
met de schouderbanden en de taillebanden gespreid (af belding 8b).
9. A) Plaats de achterzijde van de Miami JTO op de rug van de patiënt, in
het midden. De bovenste rand ligt ongeveer bij T1/T2 (af belding 9a).
B) AANBRENGEN IN RUGLIGGING: Draai de patiënt weer op de rug
(af belding 9b).
10. Bevestig de voorzijde van de Miami JTO aan de achterzijde met behulp
van de schoudergespen. Trek de schouderbanden stevig aan. De
schouderbanden moeten even lang zijn en de voorzijde en achterzijde
moeten zich bij de patiënt in het midden bevinden (af belding 10).
11. Verwijder de witte dubbelzijdige klittenbandstrips van de taillegordels.
Niet weggooien! Optioneel: Maak de banden los en breng vulstukken
van 20 cm voor de taille aan (in accessoirepakket) (af belding 11).
12. A) Gesp de taillegordels losjes vast. Trek de banden aan beide zijden
evenredig strak (af belding 12a).
B) Zet de taillebanden vast met de witte dubbelzijdige
klittenbandstrips. Zorg ervoor dat alle banden glad zijn aangetrokken,
zodat ze nergens verslappen of loslaten. Knip te lange taillebanden af
en markeer de plekken waar ze bevestigd zijn (af belding 12b).
13. Pas de hoogte van de kinsteun aan zodat deze comfortabel onder de
kin van de patiënt past wanneer het hoofd zich in de behandelingsstand
bevindt. De kinsteun moet gewoonlijk zo laag mogelijk op het
klittenband bevestigd worden. De kinsteun kan hoger geplaatst worden
voor gebruik met de zeer korte nekkraag en/of voor een extensiestand
bij de patiënt (af belding 13).
14. Verstel alle banden waar nodig. Wanneer de Miami JTO correct is
aangebracht, kunt u uw vinger niet eenvoudig achter het bovenste
deel van het borststuk steken. De correct aangebrachte Miami JTO
ziet eruit als op de bovenstaande afbeeldingen (af belding 14).
CHECKLIST Na aFLOOP
• De kin ligt comfortabel in het midden van het kinstuk.
• Het klittenband is blauw-op-blauw bevestigd, beide uiteinden zijn even
lang.
• De voorzijde van de nekkraag ligt in een opwaartse hoek naar de oren.
• De voor- en achterzijde van de Miami JTO bevinden zich in het midden
van het lichaam.
• De huid komt nergens in aanraking met plastic.
• De banden hangen niet slap en laten nergens los.
• De kinsteun bevindt zich in de laagst mogelijke stand voor behandeling.
• De onderste rand van de voorzijde rust tegen de borstkas en/of vlak
onder de borsten.
aaNPaSSINGEN
• Te grote of te lange vulstukken en gordels kunnen worden bijgeknipt.
Voor het mooiste resultaat kunt u de vulstukken het beste met een
botte schaar bijknippen. Zo behouden zij een gladde rand.
• De voorzijde van de Miami JTO moet net onder het sleutelbeen
geplaatst worden. De voorzijde mag niet over de onderste ribben
uitsteken (vooral niet bij een opgezette buik). De hoogte van de
voorzijde kan aan de anatomie van de patiënt worden aangepast. De
belangrijkste reden voor verlenging van de voorzijde is dat er voldoende
ruimte aanwezig moet zijn voor grote borsten.
• Als er te veel extensie of druk op de kin is, zet dan de kinsteun in een
iets lagere stand.
• Om de kinsteun permanent op de borstplaat te bevestigen en het
28