3.
Zorg ervoor dat de ventilatiegaten van de accula-
der niet afgesloten worden of verstopt raken.
4.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin ook
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden en zelfs defecten.
5.
Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
6.
Werp de accu nooit in het vuur, zelfs niet wan-
neer deze zwaar beschadigd of volledig versle-
ten is. De accu kan namelijk ontploffen in het
vuur.
7.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet aan schokken of stoten blootstelt.
8.
Laad de accu niet op in een bak of container.
Laad hem uitsluitend op in een goed geventi-
leerde ruimte.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE MACHINE
1.
Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiks-
klaar is, omdat het niet op een stopkontakt hoeft
te worden aangesloten.
2.
Draag oorbeschermers.
3.
Wijzig de stand van de beschermkappen niet en
houd ze in goede konditie.
Probeer nooit de onderste beschermkap open te
houden door ze vast te klemmen of vast te bin-
den. Gebruik het gereedschap niet, wanneer de
verende beschermkap niet met kracht over het
zaagblad dichtklapt.
LET OP: Indien het gereedschap is gevallen kan
de onderste beschermkap verbogen zijn waar-
door ze niet volledig dicht kan klappen.
4.
Gebruik geen zaagbladen die gebarsten of ver-
vormd zijn.
5.
Gebruik geen zaagbladen die gemaakt zijn van
sneldraaistaal.
6.
Stop het zaagblad niet door er zijwaartse kracht
op uit te oefenen.
7.
Houd de zaagbladen schoon en scherp. Wanneer
de zaagbladen scherp zijn, hebt u minder last
van afslaan en terugslag (kickback).
8.
WAARSCHUWING:
Houd uw handen uit de buurt de zaagbladen.
Steek tijdens het zagen (terwijl het zaagblad dus
ronddraait) uw handen niet onder het werkstuk.
Verwijder ook nooit de doorgezaagde stukken
wanneer het zaagblad nog ronddraait.
LET OP: Na het uitschakelen van de spanning
blijven de zaagbladen nog even ronddraaien.
9.
Ondersteun omvangrijke werkstukken.
(Fig. 1 en 2)
Omvangrijke werkstukken bijv. planken, dienen
te worden ondersteund, zoals aangetoond in Fig.
1 om te voorkomen dat het zaagblad klemraakt
of het gereedschap terugslaat.
Wanneer u het zagen even moet onderbreken,
zet dan het gereedschap op het breder gedeelte
van het werkstuk of waar het kleinste stuk van is
afgezaagd.
10. Gebruik van een geleider. Gebruik altijd een
rechte geleider wanneer u in de richting van de
draad moet zagen.
11. Voorzorgsmaatregelen tegen terugslag.
(Fig. 1 en 3)
Er heeft terugslag oftewel kickback plaats, wan-
neer het gereedschap plotseling afslaat en met
kracht in de richting van de zager teruggedreven
wordt. Laat de schakelaar onmiddellijk los zodra
het zaagblad klemraakt of het gereedschap
afslaat. Houd de zaagbladen altijd scherp.
Ondersteun omvangrijke werkstukken, bijv. plan-
ken, zoals boven in Fig. 1 is aangetoond.
Gebruik altijd een rechte geleider wanner u in de
richting van de draad zaagt. Forceer het gereed-
schap niet. Houd uw gedachten bij het werk en
wees altijd op uw hoede. Verwijder de zaag nooit
van het werkstuk wanneer het zaagblad nog
ronddraait.
Plaats uw hand of vinger NOOIT achter het
gereedschap, aangezien deze lichaamsdelen
ernstige verwondingen kunnen oplopen, wan-
neer het gereedschap bij eventuele kickback met
kracht teruggedreven wordt.
12. Onderste beschermkap.
Verdraai de onderste beschermkap in de boven-
ste stand met behulp van de verstelhendel.
13. Bijstellingen.
Kontroleer alvorens te zagen of de zaagdiepte en
eventueel de afschuiningshoek juist zijn inge-
steld.
14. Installeer op het gereedschap uitsluitend de
juiste zaagbladen.
Installeer nooit zaagbladen met asgaten van
onjuiste diameters. Installeer ook nooit defekte
zaagbladen en zorg dat u altijd de juiste vulrin-
gen of bouten gebruikt.
15. Zorg dat tijdens het zagen het zaagblad niet in
kontakt komt met spijkers.
Kontroleer dus alvorens te zagen of alle spij-kers
uit het werkstuk zijn verwijderd.
16. Houd tijdens het zagen uw beide handen op de
handvaten en zorg voor behoorlijke ondersteu-
ning van het werkstuk.
WAARSCHUWING:
Het is uitermate belangrijk dat u het werkstuk
altijd behoorlijk ondersteunt en het gereed-
schap stevig vasthoudt teneinde te voorkomen
dat u de controle over het gereedschap verliest
en hierdoor ernstige verwondingen oploopt.
Fig. 4 laat zien hoe u het gereedschap juist vast-
houdt.
29