LET OP:
• Zorg ervoor dat de tanden van het zaagblad aan de
voorkant van het gereedschap naar boven gericht zijn.
• Gebruik uitsluitend de zeskantsleutel van Makita voor
het verwijderen of installeren van het zaagblad.
Afstellen van het spouwmes (Fig. 12)
Draai met de zeskantsleutel de zeskantbout voor afstel-
ling van het spouwmes los, en breng dan de veiligheids-
kap (beschermkap) omhoog. Beweeg het spouwmes
naar boven of naar beneden over de uitsteeksel aange-
geven in Fig. 12 om de juiste afstand tussen het spouw-
mes en het zaagblad te krijgen.
LET OP:
Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat:
De afstand tussen het spouwmes en de zaagtandrand
niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet verder dan
5 mm voorbij de onderrand van het spouwmes uitsteekt.
Opbergplaats voor de zeskantsleutel (Fig. 13)
Berg de zeskantsleutel hier op wanneer hij niet wordt
gebruikt.
LET OP:
Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens met het afstellen
van het spouwmes te beginnen.
Instellen van de zaagdiepte (Fig. 14)
Draai de hendel op de dieptegeleider los en beweeg de
voetplaat naar boven of naar beneden. Wanneer de
gewenste zaagdiepte is ingesteld, zet u de voetplaat
weer vast door de hendel vast te draaien.
LET OP:
• Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van
dunne werkstukken, om schoner en veiliger te kunnen
zagen.
• Na het instellen van de zaagdiepte, dient u de hendel
stevig vast te draaien.
Verstekzagen (Fig. 15 en 16)
Draai de klemschroeven op de voorkant en de achterkant
los. Hel het gereedschap om in te stellen op de gewenste
hoek (0° – 50°) en draai dan de klemschroeven weer ste-
vig vast.
Gebruik de 45° aanslag voor nauwkeurig 45° verstekza-
gen. Draai de hendel volledig naar rechts voor schuine
sneden (0° – 45°) en volledig naar links voor 0° – 50°
schuine sneden.
Instellen voor nauwkeurige sneden van 90° en
45° (verticale snede en 45° snede)
(Fig. 17 en 18)
Deze instelling is in de fabriek gemaakt. Indien deze
instelling niet meer nauwkeurig is, kunt u bijstellen door
de stelschroeven met een schroevendraaier af te stellen
terwijl u een driehoeksliniaal, een winkelhoek e.d.
gebruikt om te controleren of het zaagblad een hoek van
90° of 45° maakt met de voetplaat.
LET OP:
Na het instellen van de zaagdiepte en de verstekzaag-
hoek, dient u de hendel op de dieptegeleider en de klem-
schroeven op de voorkant en de achterkant stevig vast te
draaien.
32
Richten (Fig. 19)
Voor rechte zaagsneden dient u de rechter inkeping op
de voorkant van de voetplaat op één lijn te brengen met
de zaaglijn op het werkstuk. Voor 45° verstekzagen dient
u de linker inkeping op één lijn te brengen.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 20)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap aan te brengen,
dient u altijd te controleren of de trekschakelaar behoor-
lijk werkt en bij loslaten naar de "OFF" positie terugkeert.
Om te voorkomen dat de trekschakelaar per toeval wordt
ingedrukt, is het gereedschap voorzien van een ontgren-
delknop.
Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de ontgren-
delknop in en dan de trekschakelaar. Laat de trekschake-
laar los om het gereedschap te stoppen.
Bediening (Fig. 21)
Houd het gereedschap stevig vast. Zet de voetplaat van
het gereedschap op het werkstuk zonder dat het zaag-
blad contact maakt met het werkstuk. Schakel dan het
gereedschap in en wacht tot het zaagblad op volle toeren
draait. Beweeg daarna het gereedschap gewoon naar
voren over het werkstukoppervlak, ervoor zorgend dat de
voetplaat vlak op het werkstukoppervlak blijft. Beweeg
het gereedschap gelijkmatig naar voren tot het werkstuk
volledig is doorgezaagd. Om schone sneden te krijgen,
moet u in een rechte lijn zagen en het gereedschap met
gelijkmatige snelheid voortbewegen.
LET OP:
• Schuif de accu altijd zo ver mogelijk erin totdat hij op
zijn plaats vergrendeld is. Zolang als het rode gedeelte
op de bovenzijde van de knop zichtbaar is, is de accu
niet goed vergrendeld. Steek hem volledig erin totdat
het rode gedeelte niet meer zichtbaar is. Als u dit niet
doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap val-
len zodat u of iemand anders in uw omgeving verwond
raakt.
• Wanneer u boven het hoofd boort, moet u altijd ervoor
zorgen dat de accu goed vergrendeld is zodat hij niet
uit het gereedschap kan vallen. Als u dit niet doet, kan
de accu per ongeluk eruit vallen zodat u of iemand
anders in uw omgeving verwond raakt.
• Het spouwmes moet altijd worden gebruikt, behalve
voor invalzaagwerk.
• Stop het zaagblad niet door zijdelingse druk erop uit te
oefenen.
• Beweeg het gereedschap tijdens het zagen altijd lang-
zaam recht naar voren. Forceer het gereedschap niet
en zaag niet in een kromme baan, aangezien dit over-
verhitting van de motor, gevaarlijke terugslag en even-
tueel ernstige verwondingen kan veroorzaken.
• Als u het gereedschap continu gebruikt totdat de accu
is ontladen, moet u het gereedschap ongeveer 15
minuten laten rusten alvorens met een verse accu ver-
der te werken.
Trekgeleider (breedtegeleider) (Fig. 22)
De handige trekgeleider (breedtegeleider) maakt het
mogelijk uiterst nauwkeurige rechte zaagsneden te ver-
krijgen. Schuif de trekgeleider vlak tegen de zijkant van
het werkstuk en zet hem vast met de klemschroef op de
voorkant van de voetplaat. Met de geleider kunt u ook
herhaaldelijk stukken van gelijke breedte afzagen.