geactiveerd bij uitgeschakelde motor en blijft 30 seconden
zichtbaar. Druk, om het alarm uit te schakelen, twee seconden
op een van de toetsen tijdens de weergave van het alarm.
BEDIENINGSELEMENTEN
P1
P2
P3
P1: kort ingedrukt à de lampen gaan aan/uit, deled P1 gaat
aan/uit.
P2: Ingedrukt bij uitgeschakelde motor: de
motormotorwordt op de eerste snelheid opgestart.
Ingedruktbij ingeschakelde motor in de 1ste: de motor
wordtuitgeschakeld. Ingedrukt bij ingeschakelde motor
opsnelheid 1 vanuit de 1ste plaatst de motor in de
1ste.Geeft de snelheid aan met de brandende led.
P3: Ingedrukt bij uitgeschakelde motor: de motorwordt op
de 2de snelheid opgestart. Ingedrukt bij
ingeschakeldemotor op snelheid 1 vanuit de 2de plaatst
demotor in de 2de. Geeft de snelheid aan met de
brandendeled.
P4: Ingedrukt bij uitgeschakelde motor: de motorwordt op
de 3de snelheid opgestart. Ingedrukt bij
ingeschakeldemotor op snelheid 1 vanuit de 3de plaatst
demotor in de 3de. Geeft de snelheid aan met de
brandendeled.
P5: Ingedrukt bij uitgeschakelde motor: de motorwordt op
de 4de snelheid opgestart. Ingedrukt bij
ingeschakeldemotor op snelheid 1 vanuit de 4de plaatst
demotor in de 4de. Geeft de snelheid aan met de
brandendeled.
P6: Activeert/deactiveert de functie timer 5' aangeduidmet
brandende P6.
P7: Reset filters: reset de teller en schakelt debetreffende
led uit als het alarm filters geactiveerd is(30h of 120h).Als
bij uitgeschakelde motor de functie Timer 5'
geactiveerdwordt, plaatst de motor zich in de
1ste.Buzzer:Bij elke druk op de toets laat de commando
een pieptoonhoren.Weergave filteralarm:Als de motor 30H
gefunctioneerd heeft gaat de led P7elke keer 30'' lang
branden als de motor uitgeschakeldwordt à alarm
antivetfiltersAls de motor 120h gefunctioneerd heeft gaat
de led P7elke keer 30'' lang knipperen als de motor
uitgeschakeldwordt àalarm carbonfiltersDruk tijdens de
weergave van het alarm om P7 om hetalarm te resetten.
ONDERHOUD.
! Stroomvoorziening uitschakelen alvorens de afzuigkap
te reinigen of onderhouden.
! De niet-inachtneming van de normen die voor het
reinigen van het apparaat en het vervangen van de filters
gelden kan brandgevaar tot gevolg hebben. Neem de
aanbevolen aanwijzingen in acht.
Reiniging van de afzuigkap
WANNEER: regelmatig zowel van binnen als van buiten.
REINIGING VAN DE BUITENKANT: maak gelakte
oppervlakken schoon m.b.v. een zachte doek, bevochtigd met
lauw water en neutraal reinigingsmiddel; Gebruik specifieke
reinigingsmiddelen bestemd voor RVS, koper of messing.
REINIGING VAN DE BINNENKANT: met een doek
bevochtigd met een neutraal reinigingsmiddel.
P4
P5
P6
P7
WAT MOET U NIET DOEN: geen alcohol, schurende of
bijtende middelen gebruiken (zoals bijvoorbeeld
metalen sponzen, harde borstels,erg agressieve
reinigingsmiddelen, enz.).
Reiniging van de vetfilters
AFNEMEN VAN DE FILTERS: duw het handvat omlaag en
trek het filter uit de kap.
WANNEER REINIGEN: minstens eenmaal per maand of
als het "filter alarmsysteem" aangeeft dat dit nodig is.
REINIGING VAN DE FILTERS: Was de filters met de hand of
in de vaatwasser met een neutraal reinigingsmiddel. De
vaatwasser kan de kleur van de filters iets doen vervagen; dit
heeft echter geen invloed op de goede werking van de filters.
Vervanging van de koolstoffilter (P)
(Alleen voor recirculatie)
WANNEER: minstens iedere 4 maanden of als het filter
verstopt is geraakt.
VERWIJDERING VAN HET FILTER: indien een apparaat in
de filterversie wordt gebruikt, moet het koolstoffilter
vervangen worden.
Vervang het filter en breng de bevestigingssystemen (M)
weer aan.
M
Als het LED licht kapot is, hoort het vervangen te worden
door de producent, een erkende technische dienst of een
persoon met vergelijkbare kwalificaties, waardoor elke
vorm van gevaar voorkomen kan worden.
STORINGEN
Bij een storing van de afzuigkap, voer de volgende
controles uit alvorens de Technische Dienst te
raadplegen:
• Als de afzuigkap niet functioneert:
Controleer of: Controleer dat:
- er geen stroomonderbreking is.
- er een snelheid is geselecteerd.
• Bij een laag rendement van de afzuigkap:
Controleer of: Controleer dat:
- de ingestelde snelheid volstaat voor de afgegeven
hoeveelheid rook en dampen.
- de keuken is voldoende geventileerd voor een correcte
luchttoevoer.
- de koolstoffilter niet verstopt is (i.g.v. recirculatie).
• het uitvallen van de afzuigkap tijdens de normale
werking heeft plaatsgevonden.
Controleer of: Controleer dat:
- er geen stroomonderbreking is.
- de omnipolaire schakelaar niet is opgetreden.
= Niet meegeleverde onderdelen
P