Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne
aardlekschakelaar. De negatieve aansluiting van het systeem
dient via een aardlekschakelaar te worden verbonden met de
aarde op (uitsluitend) een enkele locatie.
● De oplader mag niet worden aangesloten op geaarde
PV-configuraties. (Slechts één aardaansluiting)
● De plus en min van de PV-configuratie mag niet worden
geaard.
Aard het frame van de PV-panelen om de impact van
blikseminslag te verminderen.
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT
AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN
EN AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS
GEVAARLIJK ZIJN.
3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze
website)
● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche
stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige
geleiders in een gebouw of andere constructie.
● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijk-
of wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in een
geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde
geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand
achterlaat.
● De controller werkt alleen als de PV-spanning de
accuspanning (V
● De controller start pas als de PV-spanning V
overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning V
+ 1V
● Maximale PV-nullastspanning: 150V.
Bijvoorbeeld:
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of
één 24V-paneel).
● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie van de
controller: 144 cellen (4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 216 cellen (6x 12V- of 3x 24V-paneel in serie).
) overschrijdt.
accu
7
+ 5V
accu
accu