III. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees en begrijp alle veiligheidsinstructies voordat u dit product gebruikt.
Volg altijd de veiligheidsinstructies om het risico op schade en letsel te minimaliseren.
LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U HET PRODUCT GEBRUIKT.
1. Houd de werkruimte schoon
Rommelige werkruimten en werkbanken leiden tot ongevallen en letsel.
2. Gebruik het product in een gepaste werkomgeving
Stel het product niet bloot aan regen, vocht of extreme temperaturen.
Gebruik het product niet in een vochtige of natte ruimte.
Houd de werkruimte goed verlicht (natuurlijk licht of voldoende kunstmatig licht).
Zorg voor een goed geventileerde werkruimte.
3. Alleen volwassenen die weten hoe het product te gebruiken mogen het product bedienen. Dit product is niet
bestemd voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale
vaardigheden, of die een gebrek aan ervaring en kennis hebben, tenzij ze onder toezicht staan van of instructies
gekregen hebben over het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
4. Houd kinderen uit de buurt.
Alleen de bediener mag zich in de werkruimte bevinden. Houd omstanders, kinderen en dieren uit de buurt
van het gereedschap en de werkruimte.
Houd het product uit de buurt van kinderen en hun speelomgeving. Kinderen mogen het product nooit
gebruiken. Houd altijd toezicht op kinderen zodat ze niet met het product spelen.
5. Berg het gereedschap op wanneer niet in gebruik
Bewaar het product als het niet wordt gebruikt op een droge, hoge of vergrendelde plaats en buiten het bereik
van kinderen.
6. Draag passende kleding
Loshangende kleding, juwelen en lang haar kunnen door de bewegende onderdelen worden meegenomen.
Bedek lang haar met een haarnetje.
7. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen afhankelijk van de werkomstandigheden en de
werkomgeving.
Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril, oorbeschermers, gezichts- of stofmasker, rubber handschoenen en
slipvast schoeisel om het risico op persoonlijk letsel tijdens het gebruik van het product te vermijden.
8. Gebruik de slangen niet op een verkeerde manier
Draag het gereedschap nooit aan de slang en trek niet aan de slang om het van de aansluiting te ontkoppelen.
Houd de slangen uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe randen.
9. Reik niet te ver.
Zorg dat u altijd stevig en stabiel staat.
10. Draag zorg voor uw gereedschap
Voor betere en veiligere prestaties, houd het gereedschap schoon.
Volg de instructies over het vervangen van accessoires.
Houd de slangen droog, schoon en vrij van olie en smeervet.
11. Ontkoppel de aanzuigslang van de luchtbron wanneer het product niet wordt gebruikt, voordat u
onderhoud uitvoert en voordat u het persluchtgereedschap vervangt.
12. Gebruik van verlengslangen
Gebruik GEEN verlengslangen op zowel de in- als uitlaat.
13. Wees waakzaam
Let op wat u doet. Gebruik uw gezond verstand.
Gebruik het gereedschap niet als u moe bent of onder invloed van alcohol, medicijnen of drugs bent.
14. Controleer beschadigde onderdelen
Voordat u het gereedschap (opnieuw) gebruikt, controleer het grondig om na te gaan of het gereedschap juist