BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
►Fig.2: 1. Rood gedeelte
4. Accuhouder
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
OPMERKING: Het gereedschap werkt niet als
slechts één accu is aangebracht.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem sluit automa-
tisch de voeding naar de motor af om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stop-
pen wanneer het gereedschap of de accu zich in een
van de volgende omstandigheden bevindt. Onder
sommige omstandigheden branden de lampjes op de
schakeldoos.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap wordt gebruikt op een
manier die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt,
stopt het gereedschap automatisch zonder dat een
48 NEDERLANDS
2. Knop
3. Accu
indicatorlampje gaat branden. Schakel in dat geval het
gereedschap uit en stop het gebruik dat ertoe leidde dat
het gereedschap overbelast raakte. Schakel daarna het
gereedschap weer in om verder te gaan.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch en knippert het groene
lampje op de schakeldoos. In die situatie laat u het
gereedschap eerst afkoelen voordat u het gereedschap
opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te diepe ontlading
Wanneer de acculading laag wordt, stopt het gereed-
schap automatisch. Het rode lampje op de schakeldoos
brandt of knippert. Als het gereedschap niet werkt, ook
niet wanneer de schakelaars worden bediend, verwij-
dert u de accu's vanaf de accuhouder en laadt u de
accu's op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu´s waarvan het modelnummer
eindigt op "B".
►Fig.3: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.