4. Installeren van de koelstofleidingen
45°±.2°
Fig. 4-1
A.Afsnijmaten.tromp
Buitendiameter.koperen.pijp
(mm)
[6,35
[9,52
[12,7
[15,88
[19,05
Fig. 4-2
Buitendiameter.koperen.pijp
Trompgereedschap.
(mm)
[6,35.(1/4)
[9,52.(3/8)
[12,7.(1/2)
[15,88.(5/8)
[19,05.(3/4)
Afmetingen.tromp
[A.(mm)
8,7.-.9,1
12,8.-.13,2
16,2.-.16,6
19,3.-.19,7
23,6.-.24,0
B
.Optrompgereedschap
E
.Koperen.pijp
F
B.(mm)
voor.R410A
Type.koppeling
0.-.0,5
0.-.0,5
0.-.0,5
0.-.0,5
0.-.0,5
4.1. Voorzorgsmaatregelen
Voor apparaten die R410A-koelstof gebruiken
• Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (in kleine hoeveelheden) als
koelolie om de aansluitingsoppervlakken af te dichten.
• Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme, naadloze C1220-pijpen van koper
of koperlegeringen als koelstofpijpen. Gebruik koelstofpijpen van de in de
onderstaande tabel aangegeven dikte. Controleer of de binnenkant van de
pijpen schoon is en vrij van schadelijke stoffen zoals zwavelverbindingen,
oxidanten, vuil of stof.
Waarschuwing:
Gebruik bij het installeren of verplaatsen van het apparaat uitsluitend de voor-
geschreven koelstof (R410A) voor het vullen van de koelstofpijpen. Meng de
koelstof niet met andere koelstoffen en let erop dat er geen lucht in de pijpen
achterblijft.
Als de koelstof wordt gemengd met lucht, kan dit een uitzonderlijk hoge druk
in de koelstofpijp tot gevolg hebben. Dit kan resulteren in explosiegevaar en
andere gevaren.
Als er een andere koelstof wordt gebruikt dan de voorgeschreven koelstof,
heeft dit mechanische storingen, storingen van het systeem of uitvallen van
het apparaat tot gevolg. In het ergste geval kan de veiligheid van het product
ernstig in gevaar komen.
(Z)RP35,.50
Vloeistofpijp
[.6,35.dikte.0,8.mm
Gaspijp
[.12,7.dikte.0,8.mm
• Gebruik geen dunnere pijpen dan hierboven aangegeven.
4.2. Aansluiten van de pijpen (Fig. 4-1)
•. Als.u.koperen.pijpen.gebruikt,.moet.u.de.vloeistof-.en.gaspijpen.met.isolatiemateriaal.
bekleden.(hittebestendig.tot.100.°C,.dikte.van.12.mm.of.meer).
•. De.delen.van.de.afvoerpijp.die.binnenshuis.lopen,.moeten.worden.bekleed.met.
isolatiemateriaal.van.polyethyleenschuim.(relatieve.dichtheid.0,03,.dikte.9.mm.of.
meer).
•. Doe.een.dun.laagje.koelmachineolie.op.de.leiding.en.het.aansluitingsoppervlak.
voordat u de "flare"-moer vastdraait.
•. Draai.met.gebruik.van.twee.pijptangen.de.aansluitende.leidingen.vast.
•. Isoleer.met.meegeleverd.isolatiemateriaal.voor.koelpijpen.de.aansluitingen.aan.de.
binnenzijde.van.het.apparaat..Voer.de.isolatie.zorgvuldig.uit.
B Aanhaalmoment flensmoer
Buitendiameter.koperen.pijp
Buitendiameter flensmoer
(mm)
ø6,35
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø12,7
ø15,88
ø15,88
ø19,05
.Breng.koelolie.aan.op.de.aansluitingsoppervlakken.
C
Gebruik correcte flensmoeren die voor de afmetingen van de pijpen van het buitenapparaat
D
geschikt.zijn.
Beschikbaar pijpformaat
(Z)RP35,.50
[6,35 Ο
Vloeistofzijde
—
Gaszijde
[12,7 Ο
Ο : Fabrieksmatige flensmoerbevestiging op de warmtewisselaar.
Waarschuwing:
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen dan stevig vast voor-
dat u de compressor start.
(Z)RP60-140
SP71-140
[.9,52.dikte.0,8.mm
[.15,88.dikte.1,0.mm
Aanhaalmoment
(mm)
(N·m)
17
14-18
22
34-42
22
34-42
26
49-61
29
68-82
29
68-82
36
100-120
36
100-120
(Z)RP60
(Z)RP71-140
SP71-140
—
[6,35
[9,52 Ο
[9,52 Ο
[15,88 Ο
[15,88 Ο
59