WAARSCHUWING! Beknelling of
snijwonden door in het rooster van de
luchtfilter te grijpen!
Transporteer de luchtontvochtiger aan
de grepen.
Grijp niet in de luchtfilter.
VOORZICHTIG! Beknelling of
ergonomische schade bij transport van
de luchtontvochtiger!
Transporteer de luchtontvochtiger aan
de grepen.
Transporteer zware apparaten met
twee personen.
Werkwijze
1. Controleer of de emmer leeg is resp. of
het condenswater is weggepompt (AD
810).
2. Controleer of de afvoerslang
(optioneel) en de netkabel van het
apparaat zijn verwijderd.
3. AD 560/AD580/AD810: Zet de remmen
van de wielen los.
4. Transporteer de luchtontvochtiger naar
de gebruiksplaats.
Draag zware apparaten zonder wielen
met twee personen.
5. AD 560/AD580/AD810: Zet de remmen
van de wielen vast om het apparaat te
beveiligen.
OPMERKING: de lucht moet vrij kunnen
circuleren. Dek de luchtopeningen niet af.
De vrije ruimte voor de luchtuitlaat en
luchtfilter moet minstens 1 m bedragen.
Emmer klaarzetten
Geldt niet voor AD 810 of indien een
optionele afvoerslang is aangesloten.
Werkwijze
Schuif de emmer in de luchtontvochtiger.
122
AD 810:Afvoerslang aansluiten
Bij het apparaat AD 810 moet altijd de
meegeleverde afvoerslang worden
aangesloten.
LET OP! Onvoldoende prestatie van het
apparaat!
Buig de afvoerslang niet.
Zet geen voorwerpen op de slang.
Werkwijze
1. Bevestig de snelkoppeling aan de
afvoerslang en zet deze vast met de
slangklem.
2. Bevestig de meegeleverde afvoerslang
aan de achterzijde van het apparaat
aan het verbindingsstuk.
3. Leid de afvoerslang weg van de
luchtontvochtiger naar een afvoer of
een geschikte container (maximaal
hoogteverschil: 4 m).
Optionele afvoerslang aansluiten
Zo nodig kan bij alle apparaten (behalve
AD 810) het condenswater via een
afvoerslang worden weggeleid in plaats
van naar de emmer. Ga hiertoe als volgt te
werk:
LET OP! Onvoldoende prestatie van het
apparaat!
Steek het einde van de slang niet het
water (wateropstuwing mogelijk).
Buig de afvoerslang niet.
Zet geen voorwerpen op de slang.
Werkwijze
1. Verwijder de emmer.
2. Bevestig een geschikte slang (12 x 2
mm) met een buisklem aan de
afvoeruitlaat.