Bediening; Tips Voor Het Kookgerei En Het Koken; Inbedrijfstelling; Bediening Van De Kookzones - Kuppersbusch TC-602-FB Instrucciones Para El Uso Y Montaje

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 42

Bediening

Tips voor het kookgerei en het koken

Bediening
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en effi-
ciënt met uw nieuwe kookplaat en het kookservies om te gaan.
Het principe geldt: „Hoe beter het kookgerei, des te lager het
stroomverbruik!"
• Goede pannen herkent u aan een vlakke, dikke bodem. Onef-
fen pannen veroorzaken meer energieverbruik en langere
kooktijden.
• Bij de aankoop van pannen dient u er rekening mee te houden
dat vaak de bovenste pandiameter wordt vermeld. Die is
meestal groter dan de panbodem.
• De panbodemdiameter moet even groot zijn als de kook-
zonediameter.
• Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over-
druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte berei-
dingsduur blijven vitamines bewaard.
• Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is,
want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan
door oververhitting worden beschadigd.
• De diameter van potten en pannen mag wel groter maar niet
kleiner dan de kookzone zijn, omdat anders meer warmtever-
lies optreedt en verontreinigingen kunnen vastbranden.
• Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebrui-
ken. Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
• Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel
sluiten.
• Als speciaal kookgerei wordt gebruikt, moeten ook de aanwij-
zingen van de fabrikant worden gevolgd.
A Panbodem te dun. Bij opwarming welft hij zich. Verhoogd
energieverbruik en ongelijkmatige warmteverdeling zijn het
gevolg.
B Kookgerei te groot of te klein. Een te kleine pan of zonder
correct geplaatst deksel verspilt energie.
C Goed kookgerei.
ongunstig
fout
optimaal

Inbedrijfstelling

• Veeg even met een sponsje en wat afwaswater over het
oppervlak en maak het vervolgens droog.
• Schakel alle kookzones één na één gedurende ca. 3 minuten
in om eventuele vochtigheid uit de verwarmingselementen te
verwijderen.

Bediening van de kookzones

De bediening van de kookzones en het inschakelen van de
tweede ring bij duozones gebeurt met de kookzoneschakelaars
van het fornuis en is in de handleiding van het fornuis beschre-
ven.
HiLight-verwarmingselementen
Kookzones met HiLight-verwarmingselementen (zie Technische
gegevens) onderscheiden zich van normale verwarmingsele-
menten door de extreem korte opwarmtijd, waardoor het koken
zeer snel kan beginnen.

Restwarmteweergave

De keramische kookplaat is met een restwarmteaanduiding uit-
gerust; aan iedere kookzone werd een lamp toegekend.
Deze licht op zodra de overeenkomstige kookzone warm is en
waarschuwt voor onbedachtzaam aanraken.
Zolang de lamp na het uitschakelen brandt, kan de restwarmte
worden gebruikt om te smelten en om gerechten warm te hou-
den.
Na het uitdoven van de lamp kan de kookzone nog heet zijn.
Er bestaat gevaar voor verbranding!
De kookplaat kan ook met een centrale restwarmteaandui-
ding uitgerust zijn.
NL
29

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido