– de rotor omlaag brengen en aanschakelen op harde on-
dergronden of kiezelsteen of stenen.
Type gebruiker
Deze machine is bestemd voor gebruik door consumenten,
d.w.z. door niet professionele bedieners. Deze machine is
bestemd voor een amateuriëel gebruik.
IDENTIFICATIELABEL EN ONDERDELEN VAN DE
MACHINE (zie afbeeldingen op pag. ii)
1. Niveau geluidsdruk
2. CE-Conformiteitskenteken
3. Bouwjaar
4. Machinetype
5. Serienummer
6. Naam en adres van de fabrikant
7. Artikelcode
8. Nominaal vermogen en maximale snelheid
voor de werking van de motor
9. Gewicht in kg
11. Steel
12. Motor
13. Rotor met priktanden (punten)
14. Achterste aflaatbeveiliging
15. Opvangzak
16. Versnellingsknop
17. Hendel inschakeling rotor
18. Veiligheidshendel inschakeling rotor
19. Hendel afstelling van de werkdiepte
24. Bijvuldop brandstof
25. Bougie
26. Commando choke
27. Brandstofkraan
28. Handvat voor handmatige start
29. Bijvuldop olie
Schrijf de identificatiegegevens van de machine op de
daarvoor bestemde ruimtes op het label aan de achterkant
van de kaft.
Het voorbeeld van de verklaring van overeenstemming be-
vindt zich op de laatste pagina's van de handleiding.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Uw machine moet voor-
zichtig gebruikt worden. Daarom zijn er op de machine pic-
togrammen aangebracht die u aan de belangrijkste veilig-
heidsvoorschriften herinneren. Hun betekenis is hieronder
weergegeven. Verder wordt u aanbevolen de veiligheids-
voorschriften in het speciale hoofdstuk daarover in dit boek-
je zorgvuldig door te lezen. Vervang de beschadigde of on-
leesbare stickers.
41. Let op: Lees de handleiding alvorens de machine te
gebruiken.
42. Risico op snijwonden. Bewegende rotor Ontkoppel de
dop van de bougie vooraleer eender welke werkzaam-
heid voor onderhoud of herstelling uit te voeren.
43. Risico op snijwonden. Bewegende rotor Steek geen
handen of voeten binnenin de huizing van de rotor.
44. Risico wegschietende voorwerpen. Houd de personen
buiten de werkzone tijdens het gebruik.
45. Risico op blootstelling aan lawaai en stof: draag de ge-
hoorbescherming en de beschermende brillen.
GEBRUIKSNORMEN
OPMERKING - De overeenstemming tussen de verwij-
zingen in de test en de desbetreffende afbeeldingen
(op de pagina's iii en daaropvolgende) wordt aan-
gegeven door het nummer dat aan iedere paragraaf
voorafgaat.
1. MONTAGE
OPMERKING De machine kan mogelijk geleverd worden
met sommige onderdelen reeds gemonteerd.
De machine moet op een vlakke en stevige onder-
grond uitgepakt en gemonteerd worden, met voldoen-
de bewegingsruimte voor de machine en de verpak-
king, en steeds met gebruik van geschikte werktuigen.
1.1 Voorbereiding van de Montage van de steel
Leg het onderste deel (1) en het bovenste deel (2) van de
steel op de grond.
Haal de schroeven van de groep (3) en (4) uit de zijdelingse
steunen (5) van het frame, let er goed op de verschillende
elementen van de schroeven onderling niet dooreen te gooien.
1.2 Montage van de steel
Monteer het onderste deel van de steel (1), bevestig dit
aan de zijdelingse steunen (5) met gebruik van de schroe-
ven van de groep (3). De hoogte van de steel kan op drie
verschillende posities afgesteld worden, door de schroeven
(3a) in een van de drie vierkante zittingen (5a) te steken die
voorzien zijn op de steunen (5). De steel moet aan beide
kanten op dezelfde hoogte geregeld zijn.
Monteer vervolgens de schroeven van de groep (4).
Monteer de schroeven volgens de sequentie die aangege-
ven is op de afbeelding.
1.2.1 Verwijder de handgrepen (6) en de schroeven ervan
uit de gaten van de onderste steel.
Monteer de bovenste steel (2) en bevestig hem met de
handvaten (6) en de desbetreffende schroeven.
1.2.2 De moeren (6a) van de handgreep (6) moeten zoda-
nig vastgeschroefd zijn dat er een afstand van ongeveer 20
mm verkregen wordt ten opzichte van de steel (wanneer de
handgrepen losgelaten zijn).
1.2.3 Blokkeer de handgrepen (6), en verzeker u ervan
dat dit geen overdreven krachtinspanning vereist.
2. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S
De betekening van de symbolen op de
OPMERKING
commando's is verklaard onder punt 2.1
2.1 Commando versnellingshendel
De versnellingshendel regelt de rotatie snelheid van de rotor
met priktanden. De versnellingshendel wordt bediende door
de hendel (1). De posities van de hendel zijn
21. Traag/Minimum
Dit gebruikt men wanneer de motor warm genoeg is tijdens
de rustfases.
22. Snel/Vol regime
Steeds te gebruiken voor het opstarten van de machine en
NL - 3
.