2100220-2_fs-602emanual.qxp
DEEL 3.
DE HALSBANDONTVANGER HERLADEN
DE HALSBANDONTVANGER AFSTEMMEN OP DE ZENDER
De halsbandontvanger zal gedeeltelijk opgeladen zijn bij de levering. Om zeker te zijn van een volledige
lading, is het best dat u de halsbandontvanger oplaadt vóór het eerste gebruik. Om op te laden, verwijder
het dekseltje van het stopcontact en verbind de ontvanger met de batterijlader.
Herlaad de halsbandontvangers altijd op of nabij kamertemperatuur. Laden op lage of hoge temperatuur kan
de levensduur van de batterijen verkorten.
Een volledige lading neemt ongeveer twaalf uren in beslag. Een volledig opgeladen batterij geeft 48 – 72
uren normaal gebruik.
De ontvanger zal AAN (ON) zijn wanneer u de lader loskoppelt en het lampje zal branden. Druk op de
zenderknop om halsband en zender elektronisch op elkaar af te stemmen. Het lampje van de ontvanger zal
knipperen en stimulatie zal plaats hebben tijdens het afstemmen. Het lampje zal dan traag knipperen om
aan te geven dat de eenheid AAN (ON) is en klaar voor gebruik.
Om uw hond niet in de war te brengen, gebruik de halsband niet als u vermoedt dat een lage batterij
intermitterende werking veroorzaakt.
Sla de halsband volledig geladen op. Als de halsband langdurig opgeslagen of buiten gebruik zal zijn, laat de
halsband om de zes maanden volledig ontladen en dan terug opladen.
Belangrijke Nota betreffende het Afstemmen van Uw Zender en Halsbandontvanger: Telkens men de
ID code wijzigt of de zenderbatterij vervangt, moet men opnieuw zender en ontvanger op elkaar afstemmen.
U kunt de twee eenheden afstemmen door de rode papierstip op de zender tegen de rode papierstip op de
ontvanger te houden. Blijf de rode papierstippen tegen elkaar houden tot het ontvangerlampje continu
brandt. Scheid de twee eenheden van elkaar en het ontvangerlampje zal beginnen knipperen. Druk op de
zenderknop en de twee eenheden zullen op elkaar afgestemd zijn. Stem NOOIT halsbandontvanger en
zender af terwijl uw hond de halsband aan heeft.
De Halsband aanpassen aan uw hond
Contactpunten:
1. Gebruik korte contactpunten voor kortharige honden.
2. Gebruik lange contactpunten voor langharige honden of
honden met een dikke vacht.
3. Draai de contactpunten met de hand vast, geef dan één
bijkomende toer met de contactpuntensleutel. Niet te
vast aandraaien.
Halsbandriem:
1. Plaats de halsband aan de nek van de hond, met de
ontvangerdoos onderaan.
2. Trek de riem zo goed mogelijk aan zonder echter het
11/3/2005
8:42 AM
Page 44
Juiste Aanpassing: De
halsbandriem moet goed
aanpassen, maar los genoeg
zijn om twee vingers te
kunnen steken tussen de
riem en de hondenek.
44
Voor Beste Resultaten: Als de
hond de stimulus niet schijnt te
ontvangen, probeer de
ontvanger te verplaatsen naar
een andere plaats van de nek.
Het contact zou hierdoor kunnen
verbeteren.