Aansluitingen En Werking - Genius BRAIN 03 Manual De Instrucciones Para El Uso Y El Mantenimiento

Ocultar thumbs Ver también para BRAIN 03:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 30
4.1.
KLEMMENBORD CN1
4.1.1. Voeding 22V
Klemmen "VAC-VAC". Ingang waarmee het secundaire circuit moet worden verbonden met de transformator 24V~ 50/60 Hz. Als de
voeding afkomstig is van de transformator, wordt dat gesignaleerd doordat de led "ALIM" op het klemmenbord brandt.
4.1.2. Batterijen
Klemmen "+BAT - -BAT". Sluit op deze klemmen de voedingskabels van de bufferbatterijen (optioneel) aan. De besturingsunit kan werken
met twee bufferbatterijen met minstens de eigenschappen die worden vermeld in de tabel van paragraaf 2. Tijdens de normale werking
zorgt de besturingsunit ervoor dat de batterijen opgeladen blijven; deze treden in werking wanneer de voeding naar de transformator
uitvalt.
Nota bene:
• De voeding door middel van alleen batterijen dient als een noodsituatie te worden gezien, het aantal manoeuvres dat hiermee
mogelijk is, is afhankelijk van de kwaliteit van de batterijen zelf, van de constructie die verplaatst moet worden, van hoeveel tijd er
verstreken is sinds de netvoeding is uitgevallen, enz. enz.
• Neem de voedingspolen van de batterijen in acht.
4.1.3. Accessoires
Klemmen "+24 - -24". Op deze klemmen moeten de voedingskabels van de accessoires worden aangesloten.
Nota bene:
• De belasting van de accessoires mag niet groter zijn dan 500 mA.
• Deze klemmen hebben een gelijkstroomuitgang, let op de voedingspolen van de accessoires.
4.1.4. Aarde
Klem "
". Op deze klem moet de aardkabel van de besturingsunit worden aangesloten.
Nota bene:
• De besturingsunit kan alleen correct functioneren als deze aansluiting is uitgevoerd.
4.2. KLEMMENBORD CN2
4.2.1. Motorvertraging 1
Klemmen "APM1 - CHM1". Bij toepassingen met dubbele vleugel moet op deze klemmen de motorvertraging worden aangesloten die
gemonteerd is op de vleugel die als eerste moet bewegen. Bij toepassingen met enkele vleugel moet de motorvertraging op deze
klemmen worden aangesloten. De belasting van de motorvertraging mag niet groter zijn dan 70 W.
4.2.2. Motorvertraging 2
Klemmen "APM2 - CHM2". Bij toepassingen met dubbele vleugel moet op deze klemmen de motorvertraging worden aangesloten die
gemonteerd is op de vleugel die als laatste moet bewegen. Bij toepassingen met enkele vleugel wordt er niets op deze klemmen
aangesloten. De belasting van de motorvertraging mag niet groter zijn dan 70 W.
4.2.3. Elektroslot
Klemmen "ELS - ELS". Op deze klemmen moet het eventuele elektroslot met 12 Vdc/~ voeding worden aangesloten. Om het ontgrendelen
van het elektroslot te vergemakkelijken is het mogelijk de bokslag in te schakelen door de parameter "F" te activeren (zie paragraaf 9).
Nota bene:
• Bij toepassingen met dubbele vleugel moet het elektroslot op dezelfde vleugel worden gemonteerd als motorvertraging 1.
4.2.4. Waarschuwingslamp / Verlichting
Klemmen "LAMP - LAMP". Op deze klemmen kan zowel een waarschuwingslamp als verlichting worden aangesloten, beide met 24Vdc
voeding, maximaal 15 W. De werking van deze uitgang wordt geselecteerd door middel van parameter "G", zie paragraaf 9.
Werking van de waarschuwingslamp:
Tijdens de normale werking knippert de waarschuwingslamp vooraf, zowel bij opening als bij sluiting, met een vast ritme van 1,5 seconde.
Als de veiligheden voor sluiting worden geactiveerd terwijl de poort openstaat, knippert de waarschuwingslamp, om aan te geven dat
er gewerkt wordt in het gebied waarin de poort zich verplaatst. Het wordt geadviseerd de waarschuwingslamp aan te sluiten vóór de
programmeerfase, aangezien deze de fasen ervan aangeeft. Gebruik een waarschuwingslamp met permanent licht, het knipperen wordt
bestuurd door de unit.
Werking van de verlichting:
De verlichting blijft branden gedurende een vaste tijd van 90 seconden vanaf de OPEN-impuls, daarna gaat zij uit. Gebruik een lamp met
een voeding van maximaal 24V, 15 W.
4.3. KLEMMENBORD CN3
4.3.1. Eindschakelaar bij sluiting motor 1
Klemmen "COMF - FCC1". Rustcontact. Deze grijpt in door de sluitende beweging van motor 1 te blokkeren. De status van deze ingang
wordt gesignaleerd door led FCC1.
4.3.2. Eindschakelaar bij opening motor 1
Klemmen "COMF - FCA1". Rustcontact. Deze grijpt in door de openende beweging van motor 1 te blokkeren. De status van deze ingang
wordt gesignaleerd door led FCA1.
4.3.3. Eindschakelaar bij sluiting motor 2
Klemmen "COMF - FCC2". Rustcontact. Deze grijpt in door de sluitende beweging van motor 2 te blokkeren. De status van deze ingang
wordt gesignaleerd door led FCC2.
4.3.4. Eindschakelaar bij opening motor 2
Klemmen "COMF - FCA2". Rustcontact. Deze grijpt in door de openende beweging van motor 2 te blokkeren. De status van deze ingang
wordt gesignaleerd door led FCA2.
Nota bene:
• Als er geen eindschakelaar wordt gebruikt, moeten de ingangen worden overbrugd.
• De eindschakelaars mogen niet worden gebruikt als begin van het langzamere gedeelte.
4.3.5. Encoder motor 1
Klem "ENC1". Op deze klem moet het signaal worden aangesloten dat afkomstig is van de encoder die geïnstalleerd is op motorvertraging
1. Zie paragraaf 6 voor de juiste werking van de encoder en voor de activering ervan. Als de encoder niet gebruikt wordt, is het niet nodig
de ingang te overbruggen.
4.3.6. Encoder motor 2
Klem "ENC2". Op deze klem moet het signaal worden aangesloten dat afkomstig is van de encoder die geïnstalleerd is op motorvertraging
2. Zie paragraaf 6 voor de juiste werking van de encoder en voor de activering ervan. Als de encoder niet gebruikt wordt, is het niet nodig

4. AANSLUITINGEN EN WERKING

47
NEDERLANDS

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Brain 04

Tabla de contenido