NL
Algemene Installatie
Voorschriften
1.
Aansluiten van de netspanning
Gebruik de netspanningaansluitconnector voor het
aansluiten van de netspanning. Sluit vaste of flexibele
bekabeling aan op een geaarde
netspanningsaansluiting. Gebruik in geval van vaste
bekabeling een aparte onderbreker of zekering in het
circuit. In alle gevallen dient de locale regelgeving
betreffende deze aansluiting op de netspanning
opgevolgd te worden.
:
Belangrijk
Koppel de aansluiting van de netspanning
!
los voordat u de bedieningskast opent!
Haal de stekker uit het stopcontact, of
Schakel de netspanning uit door middel
van de aparte onderbreker.
OPGELET: dit apparaat kan voorzien zijn van een lood
accu. Het afvoeren van deze accu dient te gebeuren
conform de regelgeving van chemisch afval.
2.
Montage
Het apparaat wordt met schroeven of bouten door de
vier moergaten in de basisplaat gemonteerd.
Zorg dat het apparaat wordt gemonteerd op een vlak,
stevig verticaal oppervlak, zodat de montageplaat niet
zal buigen of vervormen wanneer de
montageschroeven of –bouten worden vastgedraaid.
Laat opzij een ruimte van 50 mm vrij tussen de
behuizingen van apparaten, en 25 mm tussen de
behuizing en de loopruimte.
De accu locatie in de behuizing is alleen bedoeld voor
vaste opstelling van het paneel. De accu dient te allen
tijde verwijderd te worden tijdens transport van het
paneel.
Zorg ervoor dat de bedradingaansluitingen geïsoleerd
zijn. Gebruik kabelbandjes om te voorkomen dat indien
er een ader breekt deze geen sluiting kan maken met
andere verbindingen.
3.
Algemene installatie
voorschriften
De ATS1201 Data Interface is speciaal ontworpen,
samengesteld en getest, conform de huidige geldende
standaard, om aan alle eisen te voldoen welke
gerelateerd zijn aan veiligheid, straling en
ongevoeligheid voor omgevingsinvloeden zoals
electrische en electromagnetische interferentie.
Indien de navolgende voorschriften nauwkeurig worden
opgevolgd, zal het systeem gedurende vele jaren
betrouwbaar functioneren.
12
M
ONTAGE
Het is van essentieel belang om gedurende de
installatie van de ATS1201 Data Inteface, als
aanvulling op de volgende voorschriften, de geldende
locale voorschriften te hanteren die van toepassing zijn
op uw installatie. Alleen erkende installateurs of
speciaal opgeleide technici mogen dit systeem van een
vaste netspanning- of telefoonaansluiting voorzien.
1.
Verzeker u ervan dat er een goede
aardaansluiting beschikbaar is voor het
alarmsysteem.
2.
Houd een duidelijke scheiding aan tussen
laagspanning- en netspanningkabels. Gebruik
gescheiden kabelinvoeren van het
controlepaneel
3.
Indien de bovenste en / of onderste
kabelinvoeren worden gebruikt, dient u te allen
tijde geschikte installatiebuis en lasdozen te
gebruiken.
4.
Voor een vaste netspanningaansluiting dient u de
netspanningconnector te bedraden d.m.v. Vinyl
draad of VmVk. Voor een "losse" aansluiting kunt
u gebruik maken van soepel netsnoer en een
WCD met randaarde. Gebruik altijd kabel
bandjes om de bedrading vast te zetten. Hiervoor
zijn speciale bevestigingspunten aangebracht
o.a. bij de netspanningconnector.
a.
In geval van een vaste aansluiting dient
er een aparte groep gebruikt te worden.
b.
Soepele aders, welke aangesloten
worden op de netspanningconnector,
mogen niet vertind worden.
5.
Vermijd kabellussen in de Data Interface en zorg
ervoor dat de bekabeling niet op of onder de print
rust. Het gebruik van kabelbandjes dient de
voorkeur en verbetert de netheid en de
aansluitingen worden hierdoor meer overzichtelijk
in de behuizing.
6.
De accu die in dit paneel wordt toegepast, dient
de juiste kwaliteit en capaciteit te hebben en
dient te voldoen aan alle eisen, gesteld in de
nationale wet en regelgeving, alsmede de locale
verordeningen.
7.
Ieder spanningscircuit, direct verbinden via
relaiscontacten in het paneel of via de externe
relais contacten die via het paneel worden
aangestuurd, dienen van een zogenaamd SELV
(Safety Extra-Low Voltage) spanningscircuit
voorzien te zijn.
a.
Hulprelais die de netspanning schakelen
mogen niet in het panel gemonteerd
worden.
b.
Pas altijd een diode toe (bijv. 1N4001)
over de spoel van een hulprelais i.v.m. de
tegen EMK (alleen bij gelijkspanning!).
c.
Pas altijd deugdelijke relais toe met
voldoende isolatie tussen contacten en
spoel.
(8-32
DGP)
ZONE
H
ANDLEIDING
ATS1201 Installation Guide