Sapcentrifuge
Voorbereiding
- Was voor gebruik eerst alle afneembare
onderdelen af
(zie alinea "Schoonmaken").
- Plaats de opvangbak (Q) en draai deze linksom
op het motorgedeelte tot de bak goed is
bevestigd (fig. 9).
- Zet dan de zeef (P) op zijn plaats (fig. 10).
- Plaats vervolgens het deksel (O) en druk als
laatste de ontgrendelknop (R) omlaag (fig.
11 a,b,c,d). Zorg ervoor dat de ontgrendelknop
zich aan de rechterzijde van het motorgedeelte
bevindt.
Controleer of het deksel goed bevestigd en
vergrendeld is.
- Zet de sapkan (S) op zijn plaats (fig. 12).
- Steek de stekker in het stopcontact.
• Het uit elkaar nemen verloopt in omgekeerde
volgorde en richting: dus eerst ontgrendelen,
dan het deksel afnemen, vervolgens de zeef
verwijderen en als laatste de witte opvangbak.
Gebruik van de sapcentrifuge
- Was de vrucht(en) en/of groente(n) en snijd ze
in stukjes die in de vulbuis passen.
- Schakel het apparaat in. Voor de meeste
vruchten adviseren wij snelheid 1 te gebruiken.
Voor rode bieten en kokosnoot (zeer hard) kiest
u snelheid 2.
- Doe de stukjes in de vulbuis en druk ze zachtjes
omlaag met het aandrukhulpje (fig. 13 a,b). Niet
met kracht omlaag drukken. Dit leidt tot minder
goede resultaten en kan de zeef zelfs tot
stilstand brengen.
Als er geen sap meer uit het apparaat stroomt:
- schakel het apparaat uit (stand O) en wacht tot
de zeef geheel tot stilstand is gekomen.
- Verwijder de sapkan (fig. 15).
- Drink het sap meteen na het centrifugeren. Als
het enige tijd aan de lucht wordt blootgesteld,
verliest het sap zijn voedingswaarde en smaak.
Wilt u het sap bewaren, doe het dan in een
goed afgesloten kan of pot en zet het in de
koelkast. Het sap is dan max. 24 uur houdbaar.
- Om ook het laatste sap nog in de sapkan op te
vangen, kunt u de kan onder de sapcentrifuge
terugzetten en het apparaat inschakelen.
Wanneer de opvangbak voor pulp vol is:
- schakel het apparaat uit (stand O) en wacht tot
de zeef geheel tot stilstand is gekomen.
- Maak de ontgrendelknop los en verwijder het
deksel (fig. 14).
- Verwijder de zeef (fig. 16).
- Verwijder de opvangbak door deze rechtsom
van het motorgedeelte af te draaien (fig. 17).
- Maak de opvangbak leeg (fig. 18).
- Maak de zeef schoon.
- Zet de sapcentrifuge weer in elkaar en ga
verder met het centrifugeren.
Als de sapkan vol is:
- schakel het apparaat uit (stand O) en wacht tot
de zeef geheel tot stilstand is gekomen.
- Verwijder de sapkan (fig. 15) en maak deze
leeg.
• De maximale inhoud van de sapkan is 700 ml.
Tips
• Gebruik altijd verse vruchten en groenten: deze
geven meer sap.
• Vooral aan te bevelen zijn: ananas, rode biet,
appel, komkommer, wortel (peen), spinazie,
meloen, tomaat, sinaasappel en druif.
• Stevige vruchten die veel zetmeel bevatten,
zoals banaan, papaja, avocado, vijg en mango,
zijn niet geschikt voor de sapcentrifuge. Gebruik
voor deze soorten de mengbeker.
• Het is niet nodig dunne schilletjes en vliezen te
verwijderen. Alleen dikke schillen (bijv. van
sinaasappel, ananas en ongekookte rode biet)
moet u verwijderen.
• Bladeren en bladstelen van bijv. sla kunnen ook
in de sapcentrifuge worden verwerkt.
• Als u sap van sinaasappel, citroen, mandarijn of
grapefruit wilt, schil de vruchten dan eerst en
verwijder de witte binnenschil: deze geeft een
bittere nasmaak.
• Appelsap wordt snel bruin. Een paar druppels
citroensap kan dit proces vertragen.
• Pulp van bijv. wortelen, rode bieten, kool of
spinazie kan worden gebruikt als basis voor
soep, saus, jam, dessert, ijs, enz. Kook de pulp
met wat kruiden. Pureer de gekookte pulp met
behulp van de mengbeker.
Gebruik de pulp van tomaat om tomatenpasta
te maken.
• Probeer deze combinaties van sappen eens uit:
appel met wortel, sinaasappel met druif, ananas
met grapefruit, rode biet met wortel, wortel met
meloen, appel met sinaasappel.
24