Bediening
6.4
De accumonitor gebruiken
Het toestel is uitgerust met een accumonitor met meerdere niveaus die de voertuig-
accu bij aansluiting op het gelijkstroom-boordnet beschermt tegen diepontlading.
Als de koelbox bij uitgeschakeld contact in het voertuig wordt gebruikt, wordt de
koelbox automatisch uitgeschakeld zodra de voedingsspanning daalt tot onder een
ingestelde waarde. De koelbox wordt weer ingeschakeld zodra door oplading van
de accu de herinschakelspanning is bereikt.
A
LET OP! GEVAAR VOOR SCHADE
Als de accu wordt uitgeschakeld door de accumonitor, wordt de accu
niet meer volledig opgeladen. Voorkom herhaaldelijk starten of het
inschakelen van stroomverbruikers zonder langere laadfasen. Zorg
ervoor dat de accu weer wordt opgeladen.
In de stand „HIGH" reageert de accumonitor sneller dan in de standen „LOW" en
„MED" (zie volgende tabel).
Accumonitormodus
Uitschakelspanning bij 12 V
Herinschakelspanning bij 12 V
Uitschakelspanning bij 24 V
Herinschakelspanning bij 24 V
De accumonitormodus kan als volgt worden geselecteerd:
➤ Schakel de koelbox in.
➤ Druk op de toets „SET" (afb. 3 5, pagina 5):
– CFF20, CFF35, CFF45: Drie keer.
– CFF70DZ: Vier keer.
➤ Gebruik de toetsen „UP +" (afb. 3 7, pagina 5) en „DOWN –" (afb. 3 6,
pagina 5) om de accumonitormodus te selecteren.
✔ Het display toont het volgende:
Lo (LOW), ΠEd (MED), Hi (HIGH)
✔ Het display geeft voor enkele seconden de ingestelde modus weer. Het display
knippert meerdere keren alvorens terug te keren naar de actuele temperatuur.
154
CFF20, CFF35, CFF45, CFF70DZ
LOW
MED
10,1 V
11,2 V
11,4 V
12,2 V
21,5 V
24,1 V
23,0 V
25,3 V
HIGH
11,8 V
12,6 V
24,6 V
26,2 V
NL